Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Diakonessenhuis begint bedrijfjes in joint-venture met medisch specialisten

Diakonessenhuis in Utrecht, Zeist en Doorn gaat samen met de medisch specialisten in een joint-venture nieuwe behandelingen, diensten en producten aanbieden. Als de onderneming winst maakt, wordt die uitgekeerd aan het ziekenhuis en de artsen (de vennoten) of geïnvesteerd in nieuwe projecten.
Businessman Hand Holding A Crystal Ball
Foto: shutter_m/Getty Images/iStock

‘We bereiden veel projecten voor om op de markt te zetten’, zegt bestuurder Martijn Wiesenekker van Diakonessenhuis. ‘Als het schaalbaar is, maak je er een bedrijf van en ontwikkel je het door. Of je verkoopt het aan een bedrijf dat er verder mee gaat. Dat is de gedachte. Alsof je een start-up aan het ontwikkelen bent.’ Kinderarts en msb-bestuurder Robin van Schaik: ‘We moeten als ziekenhuis en msb ondernemender worden.’

Beide besturen investeren elk 100.000 euro per jaar in een vof, een ondernemersvorm waarbij twee of meer partijen samenwerken onder één naam. Ziekenhuis en msb zijn elk 50 procent eigenaar (vennoot) van de vof. Ze zijn met hun eigen geld aansprakelijk voor de winst, eventuele schulden en juridische gevolgen.

Alle werkzaamheden van de vof vinden buiten werkuren van de reguliere zorg plaats. De vof huurt personeel en apparatuur in van het Diakonessenhuis en eventueel externe partijen. ‘Daar maken we een business-case van’, zegt Van Schaik.

Beste manier

Dit is volgens Wiesenekker de beste manier om te innoveren: ‘We zijn met zijn allen in dit ziekenhuis heel hard aan het rennen, maar we moeten ook vernieuwen en vooruit kijken. Ook zien we dat er ideeën zijn in onze organisatie, maar we niet de tijd en het geld hebben om die te realiseren. De vof kiest de beste ideeën uit en gaat die wél ontwikkelen.’

Van Schaik haalt met het programma een aantal keer per jaar ideeën van ziekenhuismedewerkers op. Er zijn al pilots afgerond. ‘Nu komen we echt op stoom. Bedoeling is dat er elk jaar vier ideeën worden ontwikkeld in een pilot. ‘Een deel mislukt, zoals dat gaat met start-ups’, vertelt Wiesenekker: ‘We denken dat er één of twee per jaar succes kunnen hebben.’

Nieuwe markten

Wiesenekker: ‘De vof richt zich op nieuwe mogelijkheden en nieuwe markten, dus niet op verbetering van de bestaande zorg. Dat hoort in de bestaande organisatie. Het gaat om nieuwe behandelingen, nieuwe diensten en nieuwe toepassingen, of combinaties daarvan.’

Zo bedacht de vof in een pilot de ‘vegachecker’. Vegetariërs en veganisten konden daarmee laten onderzoeken of hun dieet negatieve gezondheidseffecten had. Bij de vegachecker hoorde onder meer een bloedonderzoek en een advies. ‘Dat plan hebben we niet doorgezet, hoewel er behoefte aan was en mensen ervoor wilden betalen’, concludeert Wiesenekker. ‘Maar de doelgroep was te klein voor de grote investering die we daarvoor moesten doen.’

Wiesenekker en Van Schaik zien vooral veel potentie in het thema leefstijl en preventie. De vof gaat daar een concept voor ontwikkelen. ‘Leefstijl en preventie zijn in Nederland nog heel gefragmenteerd georganiseerd. Als patiënt moet je naar de diëtist, fysiotherapeut en dokter’, ziet Van Schaik: ‘We proberen het als één compleet pakket aan te bieden, onder regie van één professional en met goede digitale steun. Daarna moeten we kijken naar een doelgroep. Dat kunnen bijvoorbeeld jongeren, ouderen of zwangere vrouwen zijn. We zijn in gesprek met Zilveren Kruis voor extra financiering.’

Niet schuren met werk ziekenhuis

Plannen die te veel schuren met het werk van hun ziekenhuis vallen af. Zo twijfelden Wiesenekker en Van Schaik lang over het idee voor een ’comfort-echo’ voor zwangere vrouwen. ‘Kunnen we dat aanbieden?’, vroeg de ziekenhuisbestuurder zich af: ‘Voordeel is dat vrouwen dit een vertrouwde omgeving vinden. En als er iets wordt gevonden, is er een arts beschikbaar. Nadeel is dat ik hoor van collega’s dat ze het nu al zo druk hebben. De comfortecho heeft drie maanden als pilot gedraaid. We gaan die binnenkort evalueren.’

Van Schaik denkt dat de vof de innovatie versnelt: ‘We kunnen veel sneller beslissen of we iets met een idee kunnen en het ook sneller doorontwikkelen. Nu moet een idee in een strategie of jaarplan passen en door veel mensen worden bekeken. Dat is die bekende olietanker. Met de vof zijn we zijn een speedbootje.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.