Eén op de vier patiënten in Nederlandse zorginstellingen lijdt aan incontinentie en ondervoeding, blijkt uit de jaarlijkse rapportage LPZ. Dit aantal laat weinig verbetering zien vergeleken met voortgaande jaren. Het aantal patiënten met
Verbeteringen niet doorgevoerd
Het verschil tussen de Nederlandse en Duitse basiszorg is erg groot, stelt LPZ-projectleider Halfens. Zo heeft dertig procent van de Nederlandse verpleeghuisbewoners doorligwonden. In Duitsland is dit percentage maar negen procent. Kern van het probleem is dat verbeteringen in de zorg in Nederland niet worden doorgevoerd, aldus Halfens. “Het gaat om niet al te moeilijke handelingen die verpleegkundigen en verzorgenden gewoon moeten doen, maar dat gebeurt niet. Ze cirkelen rond met goede bedoelingen, maar ze houden hun vak niet goed bij en doen wat ze vroeger hebben geleerd in hun opleiding.”
Aanmodderen
De Nederlandse zorg moet een voorbeeld aan het motto van Shell ‘je werkt veilig of je werkt hier niet’, vindt Halfens. “Het is onbegrijpelijk dat we verpleegkundigen zomaar laten aanmodderen. Professionals die niet werken volgens de laatste inzichten moeten op hun donder krijgen.”
Verpleegkundig directeur
Probleem is dat er in de Nederlandse gezondheidszorg niemand is die verpleegkundigen en verzorgenden op hun falie geeft, stelt Halfens. In Duitsland heeft de verpleegkundig directeur die rol. Dat is de reden dat verbeteringen daar heel snel in de praktijk worden opgepikt. Zo’n functie ontbreekt in de Nederlandse gezondheidszorg. “Er moet een functionaris komen in de eerste lijn die er verantwoordelijk voor is dat verpleegkundig personeel werkt volgens de laatste protocollen.” (ZorgVisie – Bart Kiers)