
“Obesitas veroorzaakt veel andere aandoeningen, waaronder hart- en vaatziekten, verschillende vormen van kanker en depressie. Neem obesitas serieus, dat gaat veel leed en kosten in de zorg besparen”, zegt Liesbeth van Rossum. “Behandel eerst het zieke buikvet, daarmee verbeteren of verdwijnen zelfs vele andere obesitas-gerelateerde aandoeningen.”
Meer obesitas gerelateerde aandoeningen
Ruim 50 procent van de volwassenen in Nederland heeft overgewicht en 15 procent ernstig overgewicht, obesitas. De voorspelling is dat dit aantal de komende jaren verder stijgt als we niets veranderen in de behandeling en te weinig blijven investeren in preventie van obesitas. “Overgewicht heeft grote invloed op iemands gezondheid en welbevinden.”
Van Rossum legt uit dat onder andere het licht ontstoken buikvet dat ontstaat bij obesitas niet meer goed communiceert met de hersenen en andere organen. “Dit zieke buikvet kan leiden tot meer dan 200 aandoeningen. En maakt vaak de behandeling van niet direct gerelateerde ziekten minder effectief, zoals bijvoorbeeld reuma. Behandeling en nazorg voor iedereen met obesitas of overgewicht is daarom hard nodig. Want als iemand eenmaal obesitas heeft, kan dat de ziekte verminderen en tegelijkertijd tal van andere ziekten voorkomen.”
Volgens Van Rossum gaat het vaak mis doordat iemand met obesitas door verschillende artsen voor verschillende aandoeningen wordt behandeld. “Diabetes type 2, hoge bloeddruk en depressie zijn vaak het gevolg van het zieke buikvet en worden allemaal los behandeld. Het nieuwe advies is dan ook: pak eerst obesitas aan, dat is de sleutel in de aanpak van vele gezondheidsproblemen.” Daarbij merkt van Rossum op dat een arts vaak weinig tijd heeft om naar het complete plaatje te kijken. “Er wordt snel gekozen voor medicijnen bij de behandeling van complicaties in plaats van bijvoorbeeld een leefstijlinterventie. Terwijl het bekend is dat sommige medicijnen juist gewichtsverhogend werken.”
Nieuwe richtlijn
De vorige richtlijn voor obesitas kwam uit 2008 en in 2010 verscheen de vorige zorgstandaard obesitas. De nieuwe richtlijn, gepubliceerd op 10 juli 2023, geeft een betere bepaling van het gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR); handvatten voor een goede diagnostiek; betere uitkomstmaten van de behandeling en meer maatwerk. “Er is nu ook veel meer bekend over comorbiditeiten. Vroeger ging het vooral om hart- en vaatziekten, type 2 diabetes en artrose. Inmiddels weten we dat het er meer zijn; denk aan verschillende vormen van kanker, longaandoeningen, auto-immuunziekten, onvruchtbaarheid en angst en depressie.”
Maatwerk
Meer maatwerk bij de behandeling is daarbij de belangrijkste vernieuwing in de richtlijn volgens van Rossum. “Er zijn veel knoppen om aan te draaien. Ongezonde leefstijl wordt vaak gezien als enige oorzaak. Leefstijl speelt vaak een belangrijke rol maar is zeker niet de enige oorzaak. Sociaal economische of psychische problemen, medicijngebruik; medicijnen met gewicht verhogende werking, hormonale oorzaken en soms medische ziekten zijn belangrijke oorzaken die bijdragen aan obesitas of obesitas in stand houden. Daarom is maatwerk en een betere verbinding tussen het bestaande aanbod van zorg of hulp binnen zowel het (para)medisch domein als het sociale domein nodig. In de nieuwe richtlijn geven we daar handvatten voor in de vorm van de netwerkaanpak overgewicht.”
Netwerkaanpak
Met de netwerkaanpak wordt breed gekeken welke zorg in de eerste lijn en het sociaal domein noodzakelijk is. “Een centrale zorgcoördinator kijkt daarbij naar de oorzaak van obesitas en wat nodig is voor de behandeling. We zien in de eerste lijn dat praktijkondersteuners bij de huisarts deze rol heel natuurlijk op zich nemen. Zij zien deze patiëntengroep vaak al in de praktijk en worden in de netwerkaanpak geholpen met wat er lokaal mogelijk is binnen de wijk of het sociaal domein.”
“Wanneer iemand bijvoorbeeld stress heeft door hoge schulden, kan dat een oorzaak zijn van obesitas en hoge bloeddruk. Nu worden dan vaak bloeddrukmedicijnen voorgeschreven die soms het gewicht verder kunnen verhogen. Wat je wilt is dat mensen geholpen worden met schuldhulpverlening en daarna een leefstijlinterventie volgen met ook aandacht voor stress vermindering en gezonde leefstijl”, zegt Van Rossum. “Via de netwerkaanpak, met ook leefstijlzorgloketten in steeds meer ziekenhuizen, kunnen mensen vanuit huisartspraktijken en ziekenhuizen actief worde geleid naar sociale hulp of leefstijlzorg zo dicht mogelijk bij huis. Uiteraard blijft de behandelend huisarts of specialist betrokken en zal diegene wanneer nodig bijvoorbeeld aanpassingen van medicijnen doen.”
Individuele modules
Vanuit professionals klinken geluiden dat er te weinig behandelingen op maat zijn als het gaat om overgewicht of obesitas. Volgens Van Rossum is er met de nieuwe richtlijn meer maatwerk mogelijk. “De gecombineerde leefstijl interventie (GLI) kon je al op maat maken met aanvullende therapie, zoals behandeling van een diëtist of fysiotherapeut. Nieuw in de behandeling is de Individuele modulaire GLI. “Als iemand meer baat heeft bij flexibele afgepaste individuele begeleiding of maar op een of twee leefstijlonderdelen zorg nodig heeft, dan kan iemand voor een individuele GLI in aanmerking komen.”
Deze vorm is nieuw en wordt nog niet vergoed. Nu de richtlijn is verschenen gaat het Partnerschap Overgewicht Nederland over deze nieuwe vormen en over het aanbod voor specifieke GLI groepen in gesprek met Zorginstituut Nederland.
Ook zijn in de nieuwe richtlijn adviezen over gewicht verlagende medicijnen meer in detail uitgewerkt. “En er zijn een aantal veranderingen in de indicatiestelling voor de chirurgische behandeling. Een GLI blijft nog altijd de basis. Medicijnen en een operatie zijn aanvullende behandelingen, maar mogen bij ernstige obesitas wel vroeger in de behandeling met leefstijl worden ingezet.
Preventie
Als het gaat om obesitas speelt regelmatig de discussie over wie welke rol heeft in de aanpak. “Preventie is belangrijk. De kraan moet dicht zodat er minder mensen met overgewicht bijkomen. Het dichtzetten van de kraan, ofwel het gezonder maken van de leefomgeving, is een rol van de overheid. Denk bijvoorbeeld aan een suikertaks, verlaging van de btw op groente en fruit en een verbod op reclame van ongezonde voeding.”
Maar preventie moet niet verward worden met behandeling, zegt de hoogleraar. “Intussen moet ook het overvolle bad van mensen met obesitas actief leeg worden gemaakt. Dat kan met een goede behandeling, dan gaat het om zorggerelateerde preventie. Obesitas maakt op den duur het hele lichaam ziek. Daarom moeten we mensen met obesitas goed en serieus behandelen. Dat voorkomt veel leed en zorgkosten.”
Liesbeth van Rossum spreekt 15 september op het congres Leefstijlgeneeskunde in de spreekkamer. In haar lezing gaat zij in op de nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek en behandeling van obesitas.
Helemaal eens met hooggeleerde Liesbeth van Rossum! Één, m.i. belangrijke toevoeging wil ik maken. Laten we deze gedragsverandering op tijd inzetten. Ofwel op school op alle niveaus. Wat moet je weten over slecht (roken bepaalde voedingsmiddelen en hoeveelheden) en goed gedrag (bepaalde voedingsmiddelen en hoeveelheden, beweging, hygiëne). Dit kan spelenderwijs beginnen bij de allerkleinsten en waarbij de opgroeiende kinderen vervolgens ook hun ouders ter verantwoording kunnen roepen.
Groetjes Jos
Het blijft een lastig probleem de toegenomen gezondheidsproblematiek uit andere onderdelen van de in ons land verlaten Gezondheidsleer te kunnen (mogen?) verklaren om preventie echt een kans te geven.. Nu zijn het vooral de biochemische, zeg maar internistische kanten van onze ongezondheid die de roep om preventie groot maken. De preventiemunten richten we op “de verkeerde voeding” en de obesogene omgeving. Die is dat inderdaad!
Maar in het meest weggezakte stuk preventie uit de Gezondheidsleer, ooit sterk in onze opvoedkunde met de kennis van vrij spel, buitenspelen, gymnastiek als tools om kinderen naar gezonde lichaamsontwikkeling te krijgen, namelijk het hygiëneveld rond houding en bewegen, zitten de grootste kansen om echt effectieve preventie voor elkaar te krijgen. Nu is de roep om meer te gaan bewegen echt overal te horen en vaak in goede initiatieven omgezet. Vanuit de visie van de grote kennis, die er op het hygiënegebied van houding en bewegen ooit was opgebouwd hebben we de Gezondheidsraad voor en na opstellen Beweegrichtlijn ( cc Vaste VWScie) aangeschreven over het volledig overslaan van het onderdeel “houding” en goede “motorische ontwikkeling” oftewel het goede bewegen. Als in de groeifase de houding (uitlijning skelet) en de grove en fijne motoriek zich niet goed kan ontwikkelen, en dat kan niet met heel veel (ingezakt) zitten en enorm veel uren beeldschermgebruik door kinderen, dan zie je dat alle andere orgaansystemen zich ook niet in vorm en functie kunnen optimaliseren. Zitten zet onze stofwisseling in slaapstand vlg. veel Nederlands onderzoek. Maar spieren, die niet gebruikt worden zorgen voor in slaap vallen van de neurotransmitterhuishouding. Hierdoor wordt het groeiende neurohormonale apparaat ook niet geholpen om een snel, goed en duurzaam reactiemechanisme (feedback) op te bouwen. Zo komen al onze hormoonproducerende organen en hormoonafhankelijke organen ook niet toe aan een gezonde functionaliteit.
Preventie zal zich ook op herstel van kennis over het belang van het ontwikkelen van een goede anatomie (houding) en een vaardig en duurzaam steun- en bewegingsapparaat (brede motorische ontwikkeling) moeten richten. Het waren de artsen in Duitstalig Europa, die 150 jaar geleden de overheden deze preventieplicht via gymnastiek in het Onderwijs deden opnemen, Het Onderwijs is aan zet om zich weer op te pakken naar de modus die ze tot de jaren zestig ook hier had. Er is (bij eigen navraag) geen instantie die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het schoolvak Lichamelijke Opvoeding als het gaat om de individuele gezondheidsbevordering van het kind. Alle focus lijkt op het leervermogen, maar die kan nooit echt goed worden, als er geen geoptimaliseerde gezondheid van het lichaam ondersteekt (vrij naar de kinderarts- wetenschapper Maria Montessori). Dat gaat veel rugzakjes schelen.