
Beleidsmakers en verzekeraars bouwen plannen vol met kpi’s: kritieke prestatie-indicatoren. Alles wordt gevolgd, geëvalueerd en gemonitord. Daarmee wordt geprobeerd iets groots en complex te vangen in kleine, meetbare doelen. Oude systeemlogica die we eigenlijk willen loslaten. Want juist dat meetgedreven denken staat vernieuwing in de weg.
Nog een kpi erbij
Het klinkt wellicht logisch: wie miljarden investeert, wil resultaten zien. En snel ook. Projecten moeten vooraf aantonen hoeveel mensen gezonder gaan leven, hoeveel zorgprofessionals hun werkwijze aanpassen, hoeveel kosten er bespaard worden. Het liefst binnen drie jaar. Bij twijfel? Nog een kpi erbij. Meer meten, meer controle, minder vertrouwen.
Zorgprofessionals besteden inmiddels talloze uren aan het bijhouden van lijsten, het invullen van prognoses, het verantwoorden, het uitleggen. Tijd die ze liever aan mensen besteden.
Wat laten die cijfers eigenlijk zien? De impact van cultuurverandering? Of zijn het tussenstanden die weinig zeggen over het grotere doel? Een fundamentele verandering, zoals meer focus op gezondheid, vraagt jaren. Soms zelfs een generatie. Die beweging laat zich niet vangen in kwartaalcijfers. Toch wordt dat wél gevraagd.
Er is ruimte nodig
Natuurlijk moet voortgang zichtbaar zijn. Maar op een manier die leren en ontwikkelen ondersteunt, in plaats van een manier die afrekent. Professionals raken nu ontmoedigd, innovaties stranden vroegtijdig, en het gesprek over wat werkt, verdwijnt achter Excel-sheets. Zonde. Want juist nu hebben we ruimte nodig om te experimenteren, te leren en samen richting te bepalen.
Echte verandering begint met ruimte. Met vertrouwen dat iets nieuws mag ontstaan. Met signalen dat een andere manier van werken aanslaat. Zoals betere samenwerking, meer regie voor patiënten, een wijkteam dat echt verschil maakt. En vooral: met het gesprek over deze signalen.
Kijk bijvoorbeeld naar de methodiek ‘quadruple aim’, met vier herkenbare hoofddoelen: betere gezondheid, lagere kosten, tevreden patiënten en werkplezier voor zorgverleners. Als we dáár de vinger aan de pols houden, komen we al een heel eind.
In het rood
Ironisch genoeg zijn al die KPI’s bedoeld om grip te krijgen. Maar ze zorgen voor het tegenovergestelde: druk, onzekerheid, wantrouwen. En dat slaat terug op het werkplezier van de mensen die de zorg draaiende houden. Dat is de eerste kritieke prestatie-indicator die nú echt in het rood staat.
Wat als we durven loslaten? Niet alles, maar wel de reflex om alles vooraf vast te leggen. Daarvoor moeten we andere vragen durven stellen. Vragen die inzicht geven in het proces. Dragen deze plannen en initiatieven bij aan het doel en de bedoeling? Kunnen betrokken partijen daarop sturen en is er onderling vertrouwen? Dan creëren we de ruimte die nodig is voor echte verandering. En precies dat heeft de zorg nu nodig.
Door: Carola Koper, directeur en CIO GGD regio Utrecht, en Philippe Sprenger, bestuurder Raedelijn.