Hoe kan het dat zorgverzekeraars geld overhouden bij de zorginkoop ggz en dat er toch cliëntenstops in de ggz en lange wachttijden zijn? De Tweede Kamer debatteerde er in april over en vroeg staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS om opheldering. Zorgverzekeraars hoeven het bedrag dat in het budgettair kader zorg is gereserveerd voor de curatieve ggz niet per se helemaal te besteden. Dat heeft Blokhuis vorige week geschreven in een brief aan de Tweede Kamer. Mits ze maar voldoen aan hun zorgplicht. Een cruciale zinsnede.
288 miljoen euro over voor zorginkoop
In 2016 hebben zorgverzekeraars 288 miljoen euro overgehouden bij de zorginkoop. Met oud-minister Edith Schippers van VWS is afgesproken dat deze ‘onderuitputting’ in 2017 en 2018 beschikbaar blijft voor de sector voor de aanpak van wachttijden. Voor de zorginkoop 2018 hebben zorgverzekeraars al 109 miljoen euro extra ingekocht, schrijft Blokhuis. Dus blijft er nog 179 miljoen euro over. Verzekeraars hoeven dat geld niet per se te besteden, als ze maar wel voldoen aan hun zorgplicht.
Cliëntenstops in de ggz
Dat Blokhuis daaraan hecht, blijkt uit zijn reactie op een tweet van Peter Dijkshoorn, bestuursvoorzitter van Accare, op 9 mei. De ggz-aanbieder in Noord-Nederland heeft in 2017 een cliëntenstop afgekondigd, omdat het budget op was. Accare is vooral actief in de jeugdzorg en heeft bij de zorginkoop vooral met gemeenten te maken. Zorgverzekeraars komen in beeld als jeugdigen 18 jaar worden. Dan zet de ggz-aanbieder de zorg nog een tijdje door. Maar de inkoop van deze zorg door zorgverzekeraars verloopt volgens Dijkshoorn al jaren moeizaam. In 2018 voorziet Dijkshoorn weer een zorgstop, doordat verzekeraars niet voldoende hebben ingekocht. ‘De zorgvraag stijgt dit jaar harder dan verwacht. In juli hebben we het budgetplafond bereikt. Dat zorgverzekeraars een beetje de rem erop zetten begrijp ik wel, vanwege de rol die zij hebben in het zorgstelsel. Wij hebben als ggz-aanbieders ook de verantwoordelijkheid om niet meer geld uit te geven dan nodig is. Maar het is wel vreemd dat ggz-aanbieders geen andere weg zien dan het instellen van cliëntenstops, terwijl zorgverzekeraars geld over houden bij de zorginkoop.’
Dijkshoorn stuurde er een tweet over, waarop Blokhuis reageerde:
De zorgverzekeraars hebben een zorgplicht. Ik spreek ze daar op aan. Hoe kan er dan een zorgstop zijn? De 288 miljoen is wel degelijk beschikbaar. Ik schrijf alleen dat het niet op móet
— Paul Blokhuis (@PaulBlokhuis) May 9, 2018
‘Dit is een belangrijk signaal van de staatssecretaris’, vindt Dijkshoorn. Hij gaat de boodschap van Blokhuis gebruiken in de zorginkoop. De gesprekken over extra geld lopen nog.
Zorgverzekeraars aanspreken op zorgplicht
‘De staatssecretaris vindt het vreemd dat er überhaupt wachttijden in de ggz zijn, terwijl er geld overblijft bij de zorginkoop’, zegt een woordvoerder van Blokhuis. ‘Hij wil van zorgaanbieders, zorgverzekeraars en toezichthouders weten waar het misgaat.’ Blokhuis spreekt alle partijen op hun verantwoordelijkheid aan. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) brengt momenteel in kaart of zorgverzekeraars wel voldoende zorg inkopen. In het uiterste geval kan de NZa een verzekeraar een boete opleggen. De staatssecretaris wil ook dat verzekeraars meer werk maken van zorgbemiddeling. De bedoeling is dat ze mensen die erg lang moeten wachten bij andere ggz-aanbieders onderbrengen. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) laat desgevraagd weten meer willen inzetten op zorgbemiddeling. ‘Met z’n allen de schouders eronder’, laat een woordvoerder weten.
Zorgaanbieders aanspreken op kwaliteit
Verder heeft de staatssecretaris aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gevraagd om zorgaanbieders aan te spreken op lange wachttijden. In het Kamerdebat in april zei Blokhuis: ‘Ik heb de IGJ de gedachte voorgehouden dat het hebben van wachtlijsten eigenlijk moet worden meegewogen bij de toets of aanbieders voldoende kwaliteit bieden. Ik zeg daarmee niet dat een aanbieder met een wachtlijst minder scoort op het gebied van kwaliteit. Het gaat om de situatie dat een organisatie aantoonbaar een wachtlijst heeft en niet intensief aan wachtlijstbemiddeling doet. Zo’n organisatie wijst zorgverzekeraars en cliënten er dan niet op tot de nek in het werk te zitten en zegt niet: zorg dat er wat cliënten naar een andere aanbieder gaan. Als dat aantoonbaar het geval is, vind ik dat de IGJ daartegen moet optreden en meer kan inzetten op toezicht daarop. Dat kan in sommige gevallen bijvoorbeeld leiden tot verscherpt toezicht. Ik verzeker u: geen enkele aanbieder wil verscherpt toezicht.’
Het gaat niet om u, Alberts, maar de grote instellingen kunnen best hun best doen om cliënten die op hun wachtlijst staan door te verwijzen naar andere instellingen, of tenminste te wijzen op de mogelijkheid tot zorgbemiddeling.
Wachtlijstbemiddeling vragen van aanbieders? Ben benieuwd hoe Blokhuis dat voor zich ziet. Ik doe mij werk naar tevredenheid van verwijzers en patiënten, krijg daardoor meer aanmeldingen en moet wegens grote toeloop mijn wachtlijst sluiten – en dan word ik daar op aangesproken?