Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Cliëntondersteuning vereist duidelijke toegang’

Anouk Brinkman
Onafhankelijke cliëntondersteuning is niet de oplossing tot het verbeteren van de toegang tot de langdurige zorg. Beter zou het zijn als een ondersteuner ook via de huisarts, gemeente of wijkverpleging toegankelijk is. Dat zegt Henk Nies, lid van de raad van bestuur van Vilans in een reactie op het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau over de langdurige zorg.
Henk Nies
Foto: Vilans

Uit het rapport van het SCP blijkt dat een flink aantal zeer kwetsbare cliënten moeite heeft om de juiste zorg te vinden. Ook weten zij niet dat ze daarbij geholpen kunnen worden door een onafhankelijke cliëntondersteuner. Volgens Henk Nies van Vilans zou het goed zijn als de toegang tot de zorg ‘beter aansluit bij de belevingswereld van mensen’. Bijvoorbeeld gekoppeld aan de huisartsenpraktijk, wijkverpleging of gemeente. ‘In ieder geval een plek die bekend is en daarmee goed wordt gevonden. Niet weer een nieuw loket openen, want dan moeten mensen weer weten waar dát loket voor is. Het maakt het nog ingewikkelder. Bovendien hebben zorgkantoren steeds meer een bemiddelende rol. Cliëntondersteuning is een nuttige functie, maar zorg voor een herkenbare toegang.’

Eenduidige boodschap

Het SCP-rapport leert dat cliëntondersteuning ‘een bijzonder ingewikkeld begrip’ is, aldus Nies. Het merendeel van de zorgprofessionals, cliënten en mantelzorgers die deelnamen aan het onderzoek van het SCP waren nog niet of weinig bekend met de term en functie van onafhankelijke cliëntondersteuning. Managers waren dat vaak al wel. ‘Mensen die het systeem goed kennen hebben hier een invulling bij, maar gewone mensen zegt het helemaal niks’, licht Nies toe. ‘Een heleboel voorlichting komt van mensen die hbo en universitair-geschoold zijn, maar die manier van communiceren landt niet automatisch bij de mensen voor wie het bedoeld is. Al helemaal niet bij laaggeletterden, mensen met verminderde cognitieve vermogens of mensen in de marge van de samenleving. Zij zijn het moeilijkst te bereiken.’ Het is daarom volgens Nies belangrijk dat de voorlichting over de toegang tot zorg en cliëntondersteuning heel eenduidig is. ‘De boodschap moet simpel zijn: daar kunt u terecht voor hulp bij het zoeken.’ Ook pleit hij voor integraal advies waarbij alle onderdelen van zorg en ondersteuning worden meegenomen. Nu voorzien zorgaanbieders volgens het SCP vaak zelf in manieren om cliënten te ondersteunen. Dat deze diensten niet onafhankelijk zijn, levert volgens het merendeel van de zorgprofessionals geen problemen op voor de cliënt.

Oog voor mantelzorgers

Een ander belangrijk punt uit het rapport over langdurige zorg van het SCP is de belasting van mantelzorgers. Het SCP schrijft dat gemeenten zeggen oog te hebben voor de belasting van mantelzorgers. Gespreksvoerders van de gemeenten geven aan dat ze de belastbaarheid van mantelzorgers ‘regelmatig’ tot ‘vaak’ in beeld krijgen tijdens ondersteuningsgesprekken met Wmo-melders. Maar ruim een derde deel van de mantelzorgers van Wmo-melders zegt dat de gemeente niet weet dat ze mantelzorger zijn. Nies benadrukt hoe belangrijk het is dat mantelzorgers voldoende aandacht krijgen. ‘We moeten zuinig zijn op onze mantelzorgers. Ze doen veel en waardevol werk. Als zij onderuit gaan is niemand daarmee geholpen, het verdubbelt het probleem. Vaak wordt de cliënt geholpen, maar niet het cliëntsysteem, maar het is belangrijk dat mantelzorgers op tijd tot rust komen, afleiding hebben en aandacht krijgen.’ Daar zijn volgens Nies allerhande mogelijkheden voor, zoals flexibele opname in een verpleeghuis voor de cliënt of een oppas thuis. Maar het begint bij aandacht voor het eigen probleem van de mantelzorger.

Grote mate van flexibiliteit

In algemene zin concludeert Nies uit het rapport dat de veranderingen in de langdurige zorg voorspoedig verlopen. ‘Als je bedenkt dat het pas drie jaar geleden is, dan laten een heleboel mensen in de praktijk een grote mate van flexibiliteit zien. Het rapport geeft een heel genuanceerd beeld. Het is niet faliekant verkeerd gegaan, maar er is wel ruimte voor verbetering. Ook zoeken de overheid en het veld al constructief naar oplossingen.’ Nies noemt als voorbeeld het Pact voor de Ouderenzorg en het plan voor de Gehandicaptenzorg. Het is volgens hem de verantwoordelijkheid van de minister om de samenwerking van zorg met het sociale domein te verbeteren. ‘Hoewel het in het overgrote deel van de gevallen goed gaat, gaan achter kleine percentages waar het niet goed gaat, grote verhalen van veel individuele mensen schuil.’

Klimaatakkoord

Stelselproblemen die ook uit het rapport blijken, kun je niet binnen één regeerperiode goed en verantwoord oplossen, aldus Nies. Hij pleit daarom voor een ‘klimaatakkoord’ in de langdurige zorg. Een flink aantal politieke partijen uit de coalitie en de oppositie verbinden zich eraan om de lange termijn problemen structureel aan te pakken. ‘Op de korte termijn kun je repareren, op de middellange termijn moet je onderliggende vraagstukken oplossen.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.