Aanleiding van het debat is het SCP-rapport ‘Net als thuis’. Uit het rapport bleek dat ouders die betrokken zijn bij wooninitiatieven zich grote zorgen maken over de financiële continuïteit van hun initiatief.
Reden van ouderinitiatief
De belangrijkste reden van ouders om een ouderinitiatief op te zetten is de behoefte aan eigen regie over wat er met hun kind gebeurt. Ouders willen de zekerheid dat hun kind goed is ondergebracht op het moment dat zij er niet meer zijn. Zij denken dat het aanbod van zorginstellingen niet voldoet of ontbreekt. Maar zo’n woonvorm oprichten is niet voor iedereen weggelegd, laat Hermans weten. Ouders moeten daarbij vaak het wiel opnieuw uitvinden, constateert ook Evert-Jan Slootweg, Kamerlid voor het CDA.
Financiële onzekerheid
Bovendien staan nieuwe en bestaande initiatieven volgens verschillende woordvoerders onder druk door financiële onzekerheid en ingewikkelde regelgeving. De ouderinitiatieven worden vaak betaald uit het persoonsgebonden budget (pgb), maar ook uit vergoedingen vanuit de gemeente en de inkomens van de bewoners. Volgens Hijink (SP) staan veel ouderinitiatieven onder druk door bezuinigingen hierop. Ook Ellemeet wijst op een opeenstapeling van versoberingen die de onzekerheid vergroten: minder huurtoeslag, minder toegang tot de Wajong, lagere zorgindicaties en voor sommigen de afschaffing van de wooninitiatieventoeslag. Minister De Jonge geeft aan hierover in gesprek te zijn met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Zorgindicaties
‘Iets anders wat het voortbestaan van deze woonvormen onzeker maakt, is het feit dat zorgindicaties voor korte tijd worden afgegeven en steeds moeten worden vernieuwd’, stelt Vera Bergkamp (D66). Zij wil dit ‘herindicatiecircus’ stoppen, want een ‘beperking verandert echt niet zomaar in een jaar tijd’. Door iets te doen aan die kortdurende indicaties kunnen we het leven van deze kinderen en hun ouders inderdaad gemakkelijker maken, vindt ook Hermans. De minister laat weten dat hij momenteel in gesprek is met de gemeenten over de knelpunten, maar ‘de verschillen tussen gemeenten zijn groot’.
De Kamer stemt op 18 december over de ingediende moties.