Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

De strijd van de Prostaatkankerstichting voor expertzorg en bewustwording

Redactie Qruxx
Om de kwaliteit van diagnostiek, behandeling en nazorg te verbeteren, streeft de Prostaatkankerstichting naar geconcentreerde prostaatkankerzorg met multidisciplinaire, gespecialiseerde teams. “In deze teams staat transparantie, onderzoek en uitkomstverbetering centraal”, vertelt Rien Knol, secretaris van de Prostaatkankerstichting en prostaatkankerpatiënt.

Prostaatkanker is de meest voorkomende kankervorm bij mannen. Jaarlijks krijgen ruim 13.000 mannen deze diagnose. Om voor deze groep patiënten de zorg te verbeteren, heeft de Prostaatkankerstichting de afgelopen jaren diverse successen geboekt.

Om mannen op tijd te informeren over prostaatkanker en te empoweren, is in het najaar van 2021 een publiekscampagne van start gegaan.

Concentratie

Prostaatkankerzorg is complexe zorg. Nieuwe ontwikkelingen dienen zich in snel tempo aan op het gebied van diagnostiek en behandeling. “Dat vereist bijscholing en het opbouwen van ervaring bij zorgprofessionals. Het is hiervoor onvermijdelijk dat professionals zich specialiseren tot expert en volledig focussen op de diagnostiek en behandeling van prostaatkanker”, aldus Knol. Om voldoende kennis en ervaring op te doen, te leren en te verbeteren, is volume belangrijk. Zo stelt de Prostaatkankerstichting in haar vernieuwde visie dat een ziekenhuis met expertzorg in de gehele zorgketen zorg moet bieden aan minimaal 1.000 nieuwe patiënten met prostaatkanker per jaar.

“Om gezondheidswinst te bereiken, is verder concentratie van belang”, stelt Knol. Dat is volgens hem aardig gelukt. “Waar voorheen dertig ziekenhuizen prostaatoperaties uitvoerden, is dit nu op zo’n vijftien locaties geconcentreerd.” Toch vindt het gehele zorgpad nog niet onder één dak plaats. “Deze ontwikkeling vereist een ingrijpende herinrichting van het zorgveld rondom prostaatkanker.”

Richtlijnwijziging voor doelmatige diagnose

Om overbehandeling te voorkomen, is er tot op heden een terughoudend beleid gevoerd in de vroege opsporing van prostaatkanker. Daarom heeft de Prostaatkankerstichting zich hard gemaakt voor het verbeteren van de diagnostiek. Een belangrijke ontwikkeling die overdiagnostiek en overbehandeling tegengaat, is de prostaat-MRI. Recent is in deze richtlijn opgenomen dat mannen voortaan bij een prostaatkankeronderzoek eerst een MRI-scan krijgen alvorens de biopten worden genomen.

“Voorheen was het ezeltje prik: standaard werden er 12 biopten afgenomen met een betrouwbare uitslag van 50 tot 60 procent.” Nu wordt eerst een MRI gemaakt, met een betrouwbaarheidspercentage van 95 procent. Daarna wordt er doelgericht biopten genomen: slechts 4 in plaats van de eerdere 12.  “Deze aangepaste richtlijn bespaart jaarlijks 20 miljoen euro en voorkomt ongemak en overbehandeling bij patiënten.” De NVvR, de wetenschappelijke vereniging voor radiologie buigt zich momenteel over een adequate implementatie en de vastlegging van kwaliteitscriteria.

Ook de richtlijnstandaard Prostaatcarcinoom voor huisartsen wordt herzien. “We verwachten dat daarin de nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek worden meegenomen.” Knol wenst dat beroepsverenigingen en huisartsen sneller meewerken. “Zo hopen we dat de radiologievereniging snel met kwaliteitscriteria komt over de ziekenhuizen waar huisartsen naartoe kunnen verwijzen.”

Bewustwordingscampagne

Naast het bevorderen van expertzorg en aangepaste richtlijnen, staat preventie hoog op de agenda van de stichting. Vanaf 50 jaar loopt iedere man het risico op prostaatkanker. De ziekte is meestal goed te behandelen, mits men er op tijd bij is. Daarom is de campagne Praat niet te laat over je prostaat dit najaar van start gegaan. Daarmee wil de stichting mannen informeren voor het te laat is. “Want prostaatkanker is een sluipmoordenaar”, aldus Knol. Voor de campagne zijn video’s opgenomen met ervaringsverhalen. Mannen worden ook opgeroepen met de huisarts in gesprek te gaan over de mogelijkheid van een PSA meting. De huisarts kan een man informeren over de voor- en nadelen van vroege opsporing. “Vaak wordt prostaatkanker per toeval ontdekt. Met de campagne willen we mannen empoweren en de keuze geven om te beslissen of ze een preventief onderzoek willen.”

Volgens Roderick van den Bergh, uroloog in het St Antonius ziekenhuis, is onwetendheid bij 50-plussers de grootste factor om niet langs de huisarts te gaan voor een informatief gesprek. Voor de campagne heeft de Prostaatkankerstichting huisartsen landelijk om medewerking gevraagd. Zij spelen een grote rol op het gebied van bewustwording.

Praktijkvariatie

Knol benoemt dat er nog te veel variatie is tussen huisartsen in hoe zij omgaan met het gesprek en een eventueel onderzoek naar de PSA-waarde. Van waar de variatie? Van den Bergh: “‘Een belangrijke oorzaak is dat zij met de PSA maar een heel klein stukje van het proces zien. Hierdoor hebben ze te maken met een hoop ‘open eindjes’ waar ze toch een rond verhaal over moeten vertellen. Het kan lastig zijn om dit overzichtelijk te maken naar de patiënt toe. Wij als urologen, net als iedere specialist, kunnen vervolgstappen zetten – denk aan het inzetten van een echo of MRI-scan, waardoor wij puntjes op de i kunnen zetten en zo losse stukjes informatie meer ‘grijpbaar’ kunnen maken. Het volume van de prostaat kan een verhoogde PSA-waarde vaak al goed in perspectief zetten. Die middelen hebben huisartsen niet.”

De richtlijnen schrijven voor dat huisartsen uitleg geven over de voor- en nadelen van zo’n onderzoek, en dat de man in kwestie daarna bepaalt of hij wel of niet zijn PSA-waarde wil laten prikken. “Sommige huisartsen zien op tegen die uitleg: het zou ingewikkeld zijn of veel tijd in beslag nemen. Dat hoeft niet zo te zijn. De voor- en nadelen zijn best kort te benoemen. Laat mannen voor zichzelf bedenken: wat ga je doen met een eventuele vervelende uitslag? Maak het gewoon bespreekbaar”, aldus Knol.

Onderzoek

Voorlopig zit de Prostaatkankerstichting niet stil. Naast de campagne werkt de stichting met den aantal (academische) ziekenhuizen aan een project om de behandeling van Lutetium door de zorgverzekeraars vergoed te krijgen. “Wij hopen dat dit volgend jaar integraal vergoed wordt, omdat Lutetium vaak de laatste strohalm van uitbehandelde patiënten is en het een therapie is, waar, zo blijkt uit een aantal onderzoeken, zeer goede resultaten mee behaald worden.”

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.