Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

E-health is nog taaie kost

Erwin van Asselt
PinkRoccade Healthcare organiseerde afgelopen najaar workshops voor de ggz- en caremarkt om inzichten over e-health uit te wisselen. Bestuurders, zorgverleners en cliënten bespraken de wensen en mogelijkheden.
Erwin van Asselt

Afgelopen najaar organiseerde PinkRoccade Healthcare diverse workshops binnen de ggz- en caremarkt. Centrale vraag was op welke wijze e-health kan helpen de zorg die zij bieden toegankelijk en betaalbaar te houden. Om de wensen en mogelijkheden in kaart te brengen werd gesproken met bestuurders, zorgverleners en cliënten. Waar staan zij, welke belangen vertegenwoordigen ze en wat zijn de belangrijkste vraagstukken bij de implementatie van e-health?

Opzet van de bijeenkomsten
Afgelopen najaar vonden in totaal zeven bijeenkomsten plaats bij diverse instellingen. Deze bijeenkomsten bestonden grofweg uit drie delen. In het eerste deel werd een presentatie verzorgd door PinkRoccade Healthcare. Hierbij werd aan de hand van concrete mockups getoond op welke wijze invulling kan worden gegeven aan ‘online zorg’. Denk bijvoorbeeld aan een cliënt die zich via een website of app aanmeldt op basis van een doorverwijzing, zelf een afspraak maakt en een online-consult heeft met zijn of haar behandelaar. Beiden hebben direct inzage tot het zorgdossier en ze kunnen gegevens uitwisselen.
Het tweede deel van de bijeenkomst was ingeruimd voor discussie. Welke voordelen en bezwaren zagen de aanwezigen bij de getoonde mockups en werkwijzen, en sloten deze beelden aan bij de visie en doelstellingen van de diverse zorginstanties?
Tot slot werd een kwantitatief onderzoek gedaan onder alle aanwezigen om concrete data te verzamelen met betrekking tot het voornemen meer aandacht te besteden aan zorginnovatie(s).

Aarzelingen bij e-healthtoepassingen
Politici, bestuurders en zorginnovators verwijzen graag naar het potentieel van e-health. Daar is ook een goede reden voor. Het aanbod van en de mogelijkheden binnen diverse e-health-pakketten of programma’s zijn de laatste jaren flink toegenomen. Helaas is er nog nauwelijks inzicht in de effecten van de verschillende e-healthvoorzieningen. Daar wringt dan ook de schoen. Waarom zou een instelling veel energie steken in een nieuw programma als onvoldoende duidelijk is wat de winst ervan is? Een tweede aspect wat instellingen belemmert om e-health te omarmen is de impact ervan op de organisatie. E-health wordt niet zelden gezien als een extraatje, aardig om mee te experimenteren maar nog niet volwassen genoeg om op grotere schaal aan te bieden. Bij lopende projecten of pilots worden bestaande processen intact gelaten. Hierdoor ontstaat bijvoorbeeld geen noodzaak voor een cliënt om een afspraak online te boeken in plaats van het secretariaat hiervoor te bellen. Door de nieuwe toepassing komt er dan alleen werk bij. De inzet van nieuwe (werk-) methoden en processen vergt duidelijke keuzes en middelen die de keuze ondersteunen. Het ruime aanbod, de vele onzekerheden en het gebrek aan duidelijke goede voorbeelden maken het voor zorginstellingen lastig kiezen. Maar, zoals een bestuurder bij een van de bijeenkomsten terecht opmerkte: ‘Als we niets proberen, verandert er ook nooit wat.’

Niet alleen kosten besparen
Alle deelnemers waren het erover eens dat e-health meer is en moet zijn dan een instrument om kostenbesparingen mee af te dwingen. Iedereen is erbij gebaat wanneer men als een hecht zorgteam kan samenwerken. Hiervoor is het nodig om kennis te delen en informatie die besloten ligt in het zorgdossier toegankelijk te maken. Stel ook de cliënt of patiënt zelf in staat gezonde afwegingen te maken binnen het zorgplan dat wordt aangeboden. Het ligt voor de hand om dit op een eenvoudig toegankelijk (online) platform te doen. Uit het onderzoek van PinkRoccade Healthcare bleek dan ook dat maar liefst 78 procent van alle zorginstanties het belangrijk vindt om deze optie op termijn te bieden. Opvallend is dat 79 procent van hen bovendien vindt dat ook derden (bijvoorbeeld andere behandelaars of familieleden) toegang moeten kunnen krijgen tot een zorgdossier als de cliënt dat toestaat. Van alle respondenten verwacht 82 procent binnen een jaar concrete stappen te zetten om een start te maken met e-health of reeds bestaande trajecten uit te breiden.

Tegenstrijdige belangen
Tijdens het Emerce e-health event in oktober vorig jaar, sprak een aantal patiënten zich onomwonden uit voor de mogelijkheid gebruik te kunnen maken van e-health-toepassingen. Dat begon volgens hen met de wens overal en altijd toegang te hebben tot hun dossier. Maar ze zouden ook online inzage waarderen bij de afwegingen die zorgprofessionals voor of namens hen maken. De patiënten in kwestie zijn chronisch ziek en tegen wil en dank zelf specialist geworden. Zij willen als serieuze gesprekspartner gezien worden bij de afwegingen die de behandelaars maken. Zij vragen zorgverleners gekend te worden in de besluitvorming.
Zorgverleners zelf zien de voordelen van het delen van dossiers en aanverwante informatie in maar hebben ook veel praktische vragen en twijfels:

  • Gegevens delen betekent vermoedelijk ook dat meer vragen over de inhoud van een behandeling, doorverwijzing of bijvoorbeeld gespreksverslagen. Zorgverleners vrezen hierdoor eerder een toename in de werkdruk dan een afname.
  • Beslissingen in de behandeling kunnen leiden tot een dispuut. Hoe moeten zorgverleners hiermee omgaan?
  • Raakt alle communicatie niet gefragmenteerd als deze langs verschillende kanalen loopt? Hoe wordt alles weer samengebracht?
  • Als onlinebehandelingen volledig geautomatiseerd ingepland worden op basis van een vaststaand zorg- of trajectplan, wordt het werk een kwestie van productie draaien, zo meent een aantal zorgverleners.
  • Online behandelen is bij lange na niet geschikt voor alle doelgroepen.
  • Hoe kan een goed voorbereide start gemaakt worden als er binnen de instelling zelf nog niet eerder is gewerkt met e-health-toepassingen?
  • Hoe slagvaardig kan een therapeut zijn als je via een webcam moet constateren dat een directe interventie nodig is terwijl je cliënt kilometers verderop zit?
  • Zorgvernieuwing begint met het neerleggen van duidelijke beleidsplannen, niet met vrijblijvend experimenteren.

Distributie van kennis en aandacht
De kern van de discussie draait om de vraag welke mogelijkheden er zijn om de zorg efficiënter te organiseren zonder dat dit ten koste gaat van de toegankelijkheid voor cliënten. E-health kan hier een rol in spelen, maar het de veronderstelling dat iedere discussie over zorgefficiency bij e-health uit moet komen is onjuist. De mogelijkheden van e-health zijn met name gelegen in de vereenvoudigde distributie van kennis en aandacht via het onlinekanaal. In het onderzoek van PinkRoccade Healthcare laat maar liefst 96 procent van alle respondenten weten veel waarde te hechten aan mogelijkheden de communicatie tussen cliënt en zorgverleners te verbeteren. Het uiteindelijke doel is en blijft cliënten genezen, terugval voorkomen of hen om te leren gaan met de beperkingen van bijvoorbeeld een chronische aandoening. Met name het laatste jaar zijn er veel preventieve programma’s bijgekomen die vooral aandacht besteden aan wat mensen zelf kunnen doen om hun gezondheid te bevorderen. Ook het effect van deze online-programma’s is nog niet voldoende becijferd.
E-health biedt prachtige kansen om zorg laagdrempeliger te organiseren, maar voor een echt brede implementatie moeten nog verschillende hordes worden genomen:

  • Generieke e-health-oplossingen ontwikkelen die in staat zijn uiteenlopende zorgprogramma’s te koppelen aan epd’s. Het gebrek hieraan remt de slagkracht van zulke programma’s.
  • Beleids- en communicatiemedewerkers in een vroeg stadium betrekken bij de implementatie van e-health-toepassingen. Nu ontbreken vaak nog doelstellingen of ze zijn niet concreet genoeg. Soms worden ze pas achteraf geformuleerd.
  • Processen optimaliseren om e-health effectief te kunnen benutten binnen bepaalde zorgprogramma’s. E-health heeft vaak nog een status-aparte binnen organisaties.
  • De weerstand onder behandelaren om e-health te gebruiken overwinnen. Deze weerstand komt vaak voort uit vragen en onzekerheden die binnen de organisatie leven. Bestuurders moeten hier aandacht aan besteden.
  • Kwantitatieve gegevens verzamelen die ondubbelzinnig inzicht verschaffen in de winst van e-healthprogramma’s.

Aan de slag
Van alle deelnemers is 65 procent op dit moment al bezig de mogelijkheden die e-health hun te bieden heeft in kaart te brengen. Dit betekent dat er diverse pilots draaien of dat bepaalde oplossingen hun weg al hebben gevonden in de betreffende organisaties. Nog eens 17 procent verwacht het komende jaar met e-health aan de slag te gaan. Dit zijn bemoedigende cijfers maar het worden de resultaten van deze trajecten goed doorgemeten? PinkRoccade Healthcare is onlangs een samenwerkingsverband aangegaan met de UniversiteitTwente. Doel is zo nauwkeurig mogelijk te meten wat de resultaten zijn van de diverse e-healthprogramma’s in ggz-instellingen. Binnen afzienbare tijd zijn we dan wél in staat om heldere inzichten te verschaffen over de rol, mogelijkheden en impact van e-health. Antwoorden die voor alle participanten – cliënten, zorgverleners en bestuurders – van onschatbare waarde zijn. Laat mij weten wanneer u interesse heeft in het onderzoek, ik breng u graag in contact met de medewerkers van de Universiteit Twente: erwin.vanasselt@pinkroccade.nl

Erwin van Asselt, productmanager MyHealth Online & PsygisQuarant bij PinkRoccade Healthcare.

1 REACTIE

  1. Interessant artikel en met veel plezier gelezen. Het probleem is alleen dat e-health als containerbegrip gehanteerd wordt. Als een toverdoos geschikt voor alle soorten zorg, alle soorten cliënten en patiënten en alle soorten zorgprocessen.
    Dat is natuurlijk niet zo. Het maken van een online ziekenhuisafspraak is nu eenmaal iets anders dan online mental help, het op afstand bewaken van hartfuncties of de invoering van leefcirkels in de ouderenzorg. Een ‘one size fits all’ aanpak is gedoemd te mislukken.
    Succes- en faalfactoren en belemmeringen zijn al vaak onderzocht. TNO komt in 2002 tot 52 factoren die van invloed zijn bij succesvol innoveren in de zorg. Alares komt in 2010 tot 39 factoren die de opschaling van innovaties in de zorg bepalen. Zo zijn er meer onderzoeken uitgevoerd. Het is een complex geheel van factoren, sterk afhankelijk van de gekozen e-healthoplossing.
    Hier zie je dat aanbieders vooral de technische mogelijkheden promoten, terwijl de klant het voordeel van het product helemaal niet ziet. Oplossingen worden maar al te vaak verward met klantbehoeften.
    Een kleine reclamespot: mocht je meer willen weten over succesvol klantgericht innoveren, dan kan ik de boeken ‘Klant in de driver’s seat’ en ‘InnovatieBlunders’ aanraden.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.