Hoe is het boek opgebouwd?
Het naslagwerk bestaat uit vier hoofdonderdelen. De eerste is codestelsels, classificaties en terminologiestandaarden. Daarin gaat het over standaarden als DSM, ICD(-10) en SNOMED CT. Het tweede deel gaat over informatiestandaarden en behandelt datasets, DCM en EN ISO 13606. Het derde deel behandeld structuur en communicatiestandaarden als CCR/CCD, HL7 en XDS. Tot slot hebben we een deel toegevoegd over netwerken, waaronder OZIS, AZR en LSP.
Waarom moet men zich verdiepen in standaarden?
De zorg wordt steeds specialistischer en patiënten komen bij meer verschillende zorgverleners. De onderlinge uitwisseling van informatie wordt daardoor belangrijker. De uitwisseling vindt steeds vaker plaats via ict-systemen, daarom is het belangrijk om standaarden te formuleren. Zodat iedereen dezelfde ‘taal’ spreekt. Vergelijk het met de gloeilamp. De fitting van de lamp is een standaard. Dankzij deze standaard kunnen leveranciers hun lamp overal ter wereld aanbieden. Hun afzetmarkt wordt groter en consumenten hoeven niet bang te zijn dat zij het verkeerde product kopen. Zo is het ook met zorgstandaarden. Het wordt makkelijker voor externe partijen om externe modules te ontwikkelen die aansluiten op huidige systemen.
Is het ook interessant voor bestuurders?
Bestuurders moeten beslissingen maken binnen de organisatie. Dan is het goed om te weten welke standaarden er zijn om overwogen keuzes te maken. Juist over de communicatie en infrastructuur moet goed nagedacht worden.
Aan de andere kant moeten standaarden ook zoveel mogelijk verborgen blijven voor gebruikers en bestuurders. Zij moeten erop kunnen vertrouwen dat deze standaarden goed ingebouwd zijn. Het is dan de taak van leveranciers of ondersteunende afdelingen om deze standaarden goed door te voeren.
Werken deze ict-standaarden wereldwijd?
Dat is niet altijd het geval. Bovendien is ook niet elke land even ver met de invoering ervan. Nederland loopt bijvoorbeeld voorop met de G-standaard voor geneesmiddelen, hulpmiddelen en verbandmiddelen. Maar de SNOMED code voor diabetes kent iedereen over de hele wereld. Deze codes zijn universeel en kunnen vertaald worden naar de taal van het betreffende land. Aan de voorkant zien zorgverleners dan niets van de code, maar aan de achterkant kunnen systemen alsnog communiceren.
Hoe gaat het met de standaarden in Nederland?
We hebben nog een lange weg te gaan, maar het belang van standaarden wordt steeds meer ingezien. Het is al een hele stap als alle specialisten onderling op een juiste manier de informatie uitwisselen. Bedenk verder dat huisartsen en specialisten andere codestelsels gebruiken. Zij gaan steeds meer uitwisselen, dus daar moeten goede vertalingen voor komen. Onze stip aan de horizon is SNOMED. Deze standaard is heel breed inzetbaar en wereldwijd geaccepteerd. Maar dat iedereen binnen korte tijd dezelfde standaard gaat gebruiken is een utopie.
ICT-standaarden in de zorg
Het boek is hier te downloaden in pdf of epub-formaat. Ook is het boek in papiervorm aan te vragen.