Het is voor het eerst in Nederland dat een beslissingsondersteunend computerprogramma in een trial onderzocht is. Cleveringa analyseerde gedurende een jaar de gezondheid van 3391 diabetespatiënten die bij hun huisarts onder behandeling waren. De helft van de 55 betrokken huisartsen gebruikte een speciaal softwaresysteem, de andere helft gaf de gebruikelijke zorg.
Het softwaresysteem helpt de behandelaar bij het nemen van beslissingen. Daarnaast geeft het iedere drie maanden een overzicht van de patiënten bij wie de zorg verbeterd zou kunnen worden. Ook vergelijkt het de ‘prestaties’ van de eigen praktijk met die van tientallen andere huisartsenpraktijken. De praktijken waren verdeeld over heel Nederland.
Niet voor alle groepen
Na een jaar blijken patiënten uit huisartsenpraktijken met het softwaresysteem beter af te zijn: hun cholesterolniveaus en bloeddruk zijn beter. Dat vertaalt zich naar een kleinere kans op hart- en vaatziekten: het tienjarig risico daalt 1,4 procent meer dan de in de controlegroep.
Het gebruik van het softwaresysteem is niet voor alle groepen diabetespatiënten kosteneffectief, berekende Cleveringa. De geboekte gezondheidswinst is voor de gemiddelde diabetespatiënt niet groot genoeg om de extra kosten te rechtvaardigen. “De standaardzorg voor diabetespatiënten is in Nederland al erg goed”, zegt Cleveringa. “Maar het systeem is wel rendabel bij hoogrisicopatiënten met meer kans op hart- en vaatziekten.”
Spiegelinformatie
Het softwaresysteem Vital voor Diabetes (voorheen Diabetes ZorgProtocol) van software leverancier VitalHealth Software ‘denkt mee’ bij het maken van behandelbeslissingen. Bij een patiënt met voetproblemen herinnert het systeem bijvoorbeeld elke drie maanden aan de voetcontrole.
Normale huisartsinformatiesystemen bevatten die informatie wel, maar vertalen dit niet in een praktisch behandeladvies. Daarnaast geeft het systeem elke drie maanden een overzicht van alle diabetespatiënten, met ondermeer bloedsuiker- en bloeddrukwaarden. De huisarts kan zo in één oogopslag hoogrisico-patiënten identificeren waarbij de behandeling niet goed aanslaat.
Daarbij wordt de praktijk vergeleken met andere deelnemende praktijken. Uit het onderzoek blijkt dat deze zogenaamde spiegelinformatie een essentieel onderdeel van het programma is. Tevens heeft de gespecialiseerde praktijkverpleegkundige een belangrijke toegevoegde waarde. Als case manager vormt zij tijdens het spreekuur een laagdrempelig aanspreekpunt voor patiënten. (ICTzorg)