De Coöperatie Eerstelijnsondersteuning GGZ is op 1 maart officieel opgericht.
Dicht bij huis
Patiënten moeten hiermee gemakkelijker psychische zorg kunnen krijgen, dichtbij huis. Vanwege tijdgebrek bij de huisartsen kwamen mensen met lichtere psychische klachten vaak onterecht meteen in de tweede lijn. De coöperatie bevordert de samenwerking tussen huisarts en praktijkondersteuner, waardoor meer patiënten in de eerste lijn zouden kunnen blijven.
Ondersteuning
Ervaren professionals van Rivierduinen gaan de aangesloten huisartsen ondersteunen. De praktijkondersteuners doen een gerichte screening en stellen samen met de huisarts de diagnose. Sanne Bender, manager communicatie Rivierduinen: “De huisartsen wilden het werkgeversrisico niet op zich nemen. Dat draagt Rivierduinen nu, want de ggz professionals zijn bij ons in dienst.” De verwachting is dat het aantal verwijzingen naar de duurdere tweedelijn afneemt, zegt Bender. Het aantal terugverwijzingen van patiënten vanuit de tweedelijn omdat ze daar niet horen, wat voor alle partijen vervelend is, zou moeten verminderen. Daarnaast moet door de bundeling van krachten de kwaliteit van de zorg toenemen en zijn er meer mogelijkheden voor innovatie.
De huisartsen voeren de regie over de zorg. Zij voeren de inkooponderhandelingen met de zorgverzekeraars en leggen verantwoording af over de zorg. Woordvoerder Jaco Takkenkamp: ‘Het voordeel voor huisartsen is dat ze zonder iemand in dienst te hoeven nemen, toch een praktijkondersteuner kunnen inzetten.’ De financiering is geregeld via de zogeheten ‘beleidsregel POH ggz.’ Er zijn ondertussen al meer huisartsenpraktijken die interesse hebben getoond, zegt Takkenkamp. Vooral voor praktijken van drie tot vijf huisartsen is dit een goede oplossing. (Zorgvisie-Carina van Aartsen)
Lees ook:
Ggz-instellingen verzetten zich tegen 18.000 minuten maatregel
Schippers: in 2013 prestatiebekostiging ggz
Fred Teeven twijfelt aan eigen bijdrage ggz
Geen groot nieuws, POH GGZ zijn er veel. Het probleem zit hem in de financiering, daardoor komt er vaak een vroegtijdig eind aan. Dat blijkt dus nu anders aangepakt te worden. Is er ook een onderzoek aan verbonden om te zien of het kosteneffectief is?