Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Maak Mirro de standaard in jeugdzorg’

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
Stephan Valk, bestuursvoorzitter van Parnassia, de grootste ggz-aanbieder in Nederland, roept gemeenten op te kiezen voor één screeningsinstrument om de toegang tot jeugdzorg te bepalen. ‘Het screeningsinstrument Mirro voor toegang tot de basis-ggz kan een voorbeeld zijn voor de jeugdzorg.’
‘Maak Mirro de standaard in jeugdzorg’

Valk wil voorkomen dat er in de jeugdzorg, net als eerder in de ggz, een discussie ontstaat over zinnige en onzinnige zorg. ‘We willen niet dat cliënten te veel of te laat zorg krijgen. Met een goed screeningsinstrument kun je ervoor zorgen dat mensen op tijd, op de juiste plek, de juiste behandeling krijgen. Mirro werkt goed in de basis-ggz. Dat kan een voorbeeld zijn voor de wijkteams in gemeenten. Parnassia werkt met vijftig tot zestig gemeenten. Je moet er toch niet aan denken dat die de indicatiestelling allemaal op een andere manier gaan doen? Ik roep gemeenten op te kiezen voor één screeningsinstrument.’

Mirro helpt beter verwijzen

Parnassia was in 2012, met enkele andere grote ggz-aanbieders, wetenschappers en zorgverzekeraar Zilveren Kruis, een van de initiatiefnemers van Mirro. De inzet was een forse gedragsverandering in de gzz. Onder huisartsen is enorme praktijkvariatie als het gaat om verwijsgedrag. De ene huisarts verwijst veel door naar de ggz, de andere nauwelijks. Sommige patiënten komen daardoor veel te laat in beeld van de gespecialiseerde ggz, waardoor hun problemen onnodig complex zijn geworden en de behandeling navenant duurder. Andere patiënten komen te vroeg in beeld van de gespecialiseerde ggz en kunnen best door de huisarts of de ggz-praktijkondersteuner voor huisartsen (POH) worden geholpen. Door een betere screening met Mirro zouden patiënten eerder in beeld komen van de ggz en op de juiste plek worden geholpen. Wie met Mirro werkte, kon een Mirro-keurmerk verkrijgen.

Rumoerige start Mirro

De start van het Mirro-keurmerk was rumoerig door het verzet van huisartsen, andere ggz-aanbieders en andere leveranciers van screeningsinstrumenten. De koepels van huisartsen deden niet mee met Mirro en gooiden de kont tegen de krib. De werkwijze van Mirro zou niet evidence-based zijn. Dat was een tegenvaller, want juist huisartsen en POH’s moeten met Mirro werken om het verwijsgedrag te verbeteren. Andere ggz-aanbieders wilden hun eigen screeningsinstrumenten blijven gebruiken. Maar zorgverzekeraar Zilveren Kruis dwong hen Mirro te gebruiken, op straffe van een korting van 15 procent op het tarief. ‘Als je het veld wilt verleiden om met Mirro te werken, is een strafkorting niet echt handig’, zegt Valk. De commerciële aanbieders van andere screeningsinstrumenten, zoals Telepsy en NetQ, voelden zich benadeeld.

Stichting Kwaliteit in de basis-ggz

Om het draagvlak voor Mirro te vergroten, zijn de keurmerkactiviteiten ondergebracht in een aparte nieuwe stichting: de Stichting Kwaliteit in de basis-ggz. De splitsing moet de onafhankelijkheid van deze nieuwe stichting vergroten. Mirro gaat door als screeningsinstrument. Ook ggz-aanbieders die met andere screeningsinstrumenten werken kunnen van de Stichting Kwaliteit in de basis-ggz nu een keurmerk krijgen. Valk hoopt wel dat de leveranciers van andere screeningsinstrumenten elkaar gaan opzoeken om van elkaar te leren. Vormen de commerciële belangen van die leveranciers geen obstakel? ‘Ja, dat is lastig. Mirro heeft geen commercieel belang en dat blijft zo. Maar ik vind dat de ggz moet kiezen voor het beste screeningsinstrument voor toegang tot de basis-ggz. Die moet het worden.’ De deelname van zorgverzekeraar CZ in de nieuwe stichting moet het draagvlak verder vergroten.

Goede samenwerking leidt tot betere zorg

Parnassia behaalt goede resultaten met Mirro in regio’s waar naadloze samenwerking is tussen ggz, huisartsen, gemeenten en zorgverzekeraars. ‘Patiënten zijn eerder in beeld en komen sneller op de juiste plek. Ze krijgen dus eerder een passende behandeling en ook de kosten per patiënt blijven dalen. Als er een goede samenwerking ontbreekt, dan is het onduidelijk waar patiënten terecht kunnen. Dan blijven ze ronddobberen zonder dat ze worden behandeld en wordt hun problematiek ernstiger. Verwarde mensen belanden dan op de crisisopvang. Dat is zware en dure zorg.’

Geestelijke gezondheidszorg

De artikelen gaan onder andere over de diverse zorgorganisaties, beddenreductie, e-health en de bekostiging.
Bekijk het dossier

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.