Het aantal klachten over huisartsenzorg bij de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd is de afgelopen twee jaar toegenomen, vooral over de bereikbaarheid. De inspectie wijt dit aan de opkomst van de commerciële huisartsenketens. De commerciële partijen vormen ketens van huisartsenpraktijken door praktijken op te kopen of ze verbinden praktijken door digitale diensten aan te bieden. Huisartsen komen dan in loondienst of werken als zzp’er voor zo’n bedrijf.
Het Nivel adviseert nader onderzoek en Kuipers liet begin juli weten de mogelijkheid te verkennen “om de NZa de bevoegdheid te geven om de overnames door specifieke aanbieders te verbieden wanneer toezichthouders op basis van signalen onderzoek doen naar deze aanbieders.” Het onderzoek van de NZa en IGJ gaat nog wel even duren. Ondertussen gaan de overnames door.
Deze poll is inmiddels gesloten. Lees hier een samenvatting van de reacties:
Lees het boek Society 4.0 waarin wordt verwoord hoe wij wereldwijde in een maatschappij-transformatie zitten, waaruit blijkt dat wij zijn doorgeschoten in commercieel en marktgericht denken en kwaliteit en menselijkheid uit het oog is geraakt. Deze notie begint toenemend door te dringen. Vanuit dat perspectief is het de kunst om zo dicht mogelijk weer naar regionale (!) dus geen onpersoonlijke, commerciële, regio-overstijgende, organisatie-vormen te komen waar de vakmensen (huisartsen in dit geval) mede bepalen hoe er georganiseerd wordt in het belang van de patiënt naar hun overtuiging als vakmens. Daarbij dat er ook nieuw en beter gekeken wordt hoe ook huisartsen zelf het werk plezierig in werk/privé-evenwicht kunnen krijgen, wat ook nieuw is: zowel uit noodzaak omdat huisartsen anders niet meer willen werken als vanuit inzicht dat mensen beter werken en blijven werken als dat evenwicht in orde is. De kunst nu is om maximaal op regionaal niveau (in Amsterdam 50×50 km in Twente wat meer) organisaties te creëren (bijv. de buurtdokters van Jos de Blok) die de inbreng van artsen serieus nemen qua inhoud, maar waar zorg-kwaliteit leidend is en organisatie-kosten beperkt blijven en winst alleen toekomt aan de huisartsen en de organisatie maar niet en nooit wegvloeit naar aandeelhouders of andere externe eigenaren, die daar alleen een winstoogmerk mee hebben. In deze laatste zin zit de crux: inkomsten dienen alleen de toegevoegde waarde te dekken en de continuïteit en nergens anders terecht komen.