In het vijfjarige project wil Ophoff de genetische eigenschappen van 2.500 Nederlandse patiënten, hun ouders en eventuele broers of zussen in kaart brengen. In totaal zou het aantal deelnemers kunnen oplopen tot meer dan 5000 mensen. Het onderzoek zal bijdragen aan een beter begrip van bipolaire stoornis (manische depressiviteit) en het belang van genen bij het ontstaan van de ziekte. Uiteindelijk moet het leiden tot een betere behandeling.
Bipolaire stoornis
Ophoff en collega’s zullen driehonderd deelnemers grondiger onderzoeken. Via MRI-scans willen ze eventuele afwijkingen in de hersenen zichtbaar te maken. Daarnaast brengen ze bij patiënten het activiteitenpeil in kaart via een ‘activiteitmeter’. Dat is relevant omdat patiënten met bipolaire stoornis een afwijkend dag/nachtritme hebben.
Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen
Utrechtse onderzoekers verzamelen patiënten en de gegevens, die in samenwerking met de universiteit in Los Angeles geanalyseerd worden. Ophoff heeft ook een aanstelling bij de University of California Los Angeles (UCLA). Ongeveer eenderde deel van de subsidie komt in het UMC Utrecht terecht. Vanuit het UMC Utrecht werken René Kahn en Marco Boks mee aan het onderzoek. Ze voeren het uit samen met het Kenniscentrum Bipolaire Stoornissen en regionale ggz-instellingen. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen / Twitter)
Lees meer:
Top-10 ziekenhuiswebsites: UMC Utrecht nieuwe koploper
Ggz-patiënten krijgen te veel anti-depresssiepillen
Online zelfhulp werkt nauwelijks bij ernstige depressie
Effect psychotherapie bi depressie overschat
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
Gaarne zou ik meer willen weten over de moglijkheid om deel te nemen aan dit interessante onderzoek. Hopelijk kan ik op deze manier hier een antwoord op krijgen.
Vr groet Betty van Kuilenburg