In het proefschrift toetst Sijmons de in 2005 in werking getreden Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi). Daarbij wijst hij op een aantal ongerijmdheden. Zo concludeert Sijmons dat de WTZi als dereguleringsinstrument is mislukt, terwijl de wet wel als zodanig is gepresenteerd. “Gewoon een kwestie van regeltjes tellen”, verklaart Sijmons. “Als je kijkt waar zorginstellingen allemaal aan moeten voldoen, dan blijken er helemaal geen regels te zijn geschrapt in vergelijking met de Wet Ziekenhuisvoorzieningen (WZV). Bovendien is de bouwprioritering een van de centrale elementen in de WTZi. Een belangrijk motief voor de wet is dus juist regulering en niet deregulering.”
Haastwerk
Volgens Sijmons vertoont de WTZi daarnaast tekenen van haastwerk. “De WTZi moest er komen want in de Zorgverzekeringswet stond een verwijzing naar toelating in het kader van de WTZi. Echt uitgediscussieerd is de WTZi daardoor niet.”
Onrechtmatig
Het gevolg is volgens Sijmons dat een aantal cruciale kwesties als het maken en uitkeren van winst door zorginstellingen naar de toekomst is verschoven. Voor een komend kabinet een lastig gegeven, denkt Sijmons, want het verbod op winstuitkering aan derden is in het kader van een geliberaliseerd stelsel en de Europese wetgeving niet langer rechtmatig. Sijmons wijst in dit verband ook op de rechtsongelijkheid ten opzicht van de zorgverzekeraars. “Degenen die de prijs moeten bewaken mogen wel premiegeld aan aandeelhouders doorsluizen.”
Wankel
Ook het optreden van het College Sanering Zorginstellingen heeft volgens Sijmons een wankele rechtsgrond. “Het college kan afdwingen dat de boekwinst uit de verkoop van onroerend goed in een algemeen fonds wordt gestort. In een geliberaliseerd stelsel is dat onrechtmatig.” (ZorgVisie – Philip van de Poel)