Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

VNG: ‘Gemeenten hanteren reële tarieven in thuiszorg’

Bart Kiers schrijft zowel over cure als care. Zijn aandachtsvelden zijn de ziekenhuizen, medisch specialisten, wijkverpleging en ouderenzorg.
De meeste gemeenten hanteren reële tarieven in de thuiszorg. Dat zegt VNG-directeur beleid Ali Rabarison in reactie op het verwijt dat meer dan de helft van de gemeenten tarieven onder de kostprijs zou hebben.
thuiszorg thuishulp
Foto: Adobe Stock

De kaart die brancheorganisatie BTN heeft gemaakt van gemeenten en de tarieven in de thuiszorg kleurt rood. Elk rood vlaggetje markeert een gemeente die volgens zorgaanbieders tarieven heeft die niet kostendekkend zijn. Om te bepalen of een tarief kostendekkend is, hebben vakbonden, werkgevers en gemeenten een rekentool ontwikkeld. Gemeenten moeten in de prijsstelling rekening houden met de kosten voor beroepskrachten, redelijke overheadkosten en kosten voor niet-productieve uren van beroepskrachten, zoals verlof, ziekte, scholing en overleg. Ze moeten een redelijke prijsindicatie bieden en ze moeten een redelijke vergoeding geven voor administratieve verplichtingen die gemeenten opleggen. De rekentool maakt onderdeel uit van de Algemene Maatregel van Bestuur reële prijs Wmo.

Regiegroep

Het beeld dat er meer dan 250 gemeenten zouden zijn met tarieven onder de kostprijs, doet de werkelijkheid geen recht, vindt Ali Rabarison, directeur beleid van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Ze wijst op het bestaan van de Regiegroep, waarin gemeenten, vakbonden en werkgevers zich gezamenlijk buigen over reële tarieven. ‘Dat is hét podium waar zorgaanbieders en vakbonden klachten kunnen aankaarten. Daar waren tot voor kort dertien signalen binnengekomen. We kijken naar de opbouw van de tarieven, wat wel en niet klopt. Bij zeven gemeenten was er aanleiding voor nader onderzoek. De aanbestedingsexpert Jan Telgen onderzoekt die casussen. Onlangs zijn er nog twee bijgekomen. Werkgevers kunnen niet onderbouwen dat er meer gemeenten zijn waar de tarieven niet kloppen. Het grootste deel van de gemeenten heeft dus tarieven die voldoen.’

Zorgaanbieders melden klachten anoniem bij de Regiegroep omdat ze bang zijn dat ze anders werk kwijtraken, werpt BTN tegen. Wat vindt u daarvan?

‘Ik vind het een flauw verwijt. We zijn in de Regiegroep professioneel genoeg om te beoordelen of iets niet deugt. Gemeenten hebben ook belang bij goede tarieven. Het is niet goed voor het imago van alle gemeenten als ze er enkele zijn die te lage tarieven hanteren. Die willen wij als VNG aanspreken. Maar de publiciteitscampagne van BTN met 250 rode vlaggetjes vinden wij niet constructief. Laat werkgevers problemen in de regiegroep aankaarten. Daar worden ze serieus aangepakt.’

Toch gaan er nog steeds thuiszorgorganisaties failliet of ze stoppen met huishoudelijke hulp.

‘Als thuiszorgorganisaties vinden dat tarieven in een gemeente te laag zijn, dan moeten ze niet meedoen aan de Wmo-aanbesteding. We zien inderdaad dat er thuiszorgorganisaties over de kop gaan, maar dat hoeft niet altijd aan de tarieven te liggen. De huishoudelijke hulp wordt vaak overgenomen door andere partijen die het voor hetzelfde tarief doen.’

Een deel van de G40 verzet zich tegen de financiële deal de VNG heeft gemaakt met de Rijksoverheid.

‘Toen er vorig jaar een extra loonschaal bijkwam in de huishoudelijke hulp, hebben we veel discussie gehad met het Rijk. Wij vonden de financiële compensatie door de landelijke overheid onvoldoende. Na lang overleg is er voor het eerst een koppeling gemaakt tussen het laten meegroeien van het Gemeentefonds met de Rijksbegroting. Gemeenten krijgen er daardoor 2,8 miljard euro bij deze kabinetsperiode. We hebben geaccepteerd dat de groei van de uitgaven voor de Wmo dan voor eigen rekening zou zijn. Als werkgevers en werknemers cao-afspraken maken, heeft dat uiteraard consequenties voor gemeenten. Er is geen extra budget gekomen en dat betekent dus dat gemeenten mogelijk minder huishoudelijke hulp voor hun inwoners kunnen inkopen. Tenzij ze er geld uit eigen middelen bijleggen. Die afweging zal elke gemeente zelf maken. Daarnaast hebben we nadere afspraken gemaakt over een extra stroppenpot voor het sociaal domein. Bovendien komt er een onderzoek naar de reële uitgaven in de Jeugdzorg. Het Rijk heeft de groei voor 2018 van de uitgaven voor Jeugdzorg op nul gezet, terwijl onderzoek van het CBS aantoont dat er sprake is van 10 procent groei.’

Blijft de Regiegroep ook in 2019?

‘Nee, in 2019 komt er een grote evaluatie over reële prijzen in de huishoudelijke hulp. Dat moet voldoende zijn.’

3 REACTIES

  1. Lees alle reacties
  2. De VNG maakt een zinnige opmerking: Niet meedoen als je de tarieven te laag vindt. Daarmee wordt helemaal niet erkend dat de tarieven daadwerkelijk te laag zijn, maar dat ze voor sommige zorgaanbieders wel en voor andere niet interessant zijn. Daarbij dragen gemeenten overigens geen verantwoordelijkheid voor de eventuele gevolgen van het niet meedoen voor de betreffende aanbieder. Die vallen onder de marktwerking. Als we dat met z’n allen een verwerpelijk systeem vinden dan moeten we daar wat doen.

  3. Het mooie vak van factfinding:
    Het waarheidsgehalte van het betoog van de VNG is eenvoudig te controleren. Kijk even naar wat de tarieven waren voor huishoudelijke hulp onder de Awbz tot aan 2015. En kijk dan naar inflatie en loonontwikkeling en kijk dan tenslotte naar welke tarieven gemeenten nu hanteren. De conclusie zal zijn dat de gemeentelijke tarieven euro’s lager liggen dan de tarieven van voor de decentralisatie, ondanks loonontwikkeling etc.
    En als dat dan nog niet overtuigend is: kijk dan even naar het tarief dat de NZA heeft bepaald voor dat deel van de huishoudelijke hulp dat is teruggehaald naar de Wlz (vanwege slechte uitvoering door gemeenten!) en zie dat dat tarief nog vele euro’s meer hoger ligt dan de beste betalende gemeente. En als sluitstuk van het vaststellen van de feitelijke onjuistheid van de bewering van de VNG: de AmvB reële prijzen is juist gekomen vanwege de onstuitbare neiging van gemeenten om met de tarieven de bodem te zoeken. Misschien moet de VNG even in de archieven zoeken naar de journaalbeelden van 4 december 2015 waar te zien is dat mw. Kriens van de VNG erkende dat het niet geheel goed ging met de tarieven.
    En je broek zakt af van de redenering die de VNG verder hanteert: “dan doe je toch gewoon niet mee als je de tarieven te laag vindt (waarmee de VNG expliciet erkent dat de tarieven te laag zijn)”. En dan wat: al je personeel ontslaan of failliet te gaan?
    Tot slot: voor veel aanbieders – waaronder leden BTN – is het essentieel dat meldingen anoniem kunnen gebeuren. Het is juist de ervaring van ruim 10 jaar werken in het gemeentelijke domein die aanbieders heeft geleerd dat gemeenten weinig professioneel omgaan met partijen die over hen klagen. Uitsluiting en pesterijtjes zijn het gevolg en bijvoorbeeld aanbieders gewoon niet uitnodigen als er bijeenkomsten zijn over gemeentelijk beleid. Op die professionaliteit wordt gedoeld. Over de regie-groep monitoring kan alleen worden gesteld dat die sinds medio maart door procedureel gedoe niet echt meer bij elkaar is gekomen. En ondanks aandringen medio me het tot aan 2 juli duurt voordat die weer bijeenkomt.
    Hans Buijing
    bestuurder BTN

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.