Volgens het EPN is er weinig aandacht voor de mogelijke verzwakking van de positie van de patiënt als gevolg van actuele veranderingen in de zorg. Gemakshalve wordt er vanuit gegaan dat vraagsturing automatisch leidt tot meer autonomie, keuzevrijheid en betere service voor de patiënt. In het rapport “Van wie is mijn gezondheid?” wil het EPN laten zien dat deze uitkomsten ook in hun tegendeel kunnen verkeren.
Nieuw domein
Met name door de opmars van de telezorg en de toenemende digitalisering krijgen zorgaanbieders en verzekeraars toegang tot een nieuwe domein, te weten de privé-situatie van de patiënt. Dit kan de patiënt ten goede komen, bijvoorbeeld door beter inzicht in het medicijngebruik, maar ook leiden tot betutteling.
Individueel
Daarnaast bestaat er het gevaar van verschraling van het zorgaanbod door de voortschrijdende protocolisering. Enerzijds stelt dit de patiënt in de gelegenheid om behandelingen te vergelijken, anderzijds blijft er steeds minder ruimte voor individuele afwegingen en voorkeuren, wanneer het zorgaanbod gestandaardiseerd is.
Ketens
Het EPN waarschut ook voor verschotting en bureaucratisering. Om zo goed mogelijk aan de vraag van de patiënt te voldoen wordt de zorg steeds meer in ketens georganiseerd. Dit levert het gevaar dat partijen alleen nog oog hebben voor de eigen, afgebakende bijdrage aan de zorg.
Cultuuromslag
Om deze gevaren het hoofd te bieden wil het EPN dat zorgaanbieders voortaan worden afgerekend op de mate waarin zij erin slagen de zorgconsument de regie te geven. Ook moet er tijdens de opleiding aandacht komen voor een cultuuromslag waarbij de wens van de cliënt en kennis van andere beroepsgroepen centraal staat. (ZorgVisie – Philip van de Poel)