Dat meldt RTV Utrecht. De kantonrechter stelt dat de raad van toezicht van Warande ernstig verwijtbaar heeft gehandeld bij het ontslag van Van Jaarsveld. Daarom moet de zorgorganisatie Van Jaarsveld nu 14 maanden doorbetalen, met daarbij ook nog een ontslag- en schadevergoeding.

Ontslag Van Jaarsveld

In november 2016 kreeg Warande een aanwijzing van de IGJ, omdat de zorg op meerdere locaties niet op orde was en cliëntendossiers niet goed werden bijgehouden. De IGJ gaf aan dat Warande ondanks heraald aandringen de veiligheid van de organisatie niet controleerde. Omdat er niet genoeg verbeteringen werden doorgevoerd, legde de IGJ in april dit jaar een last onder dwangsom op. Op dat moment moest Van Jaarsveld aftreden, waarna Peter Weda door de raad van toezicht werd aangesteld als interim bestuurder. In juni besliste de inspectie dat de zorgorganisatie weer voldeed aan de eisen en dat de last onder dwangsom en de aanwijzing konden worden opgeheven.

Reactie cliëntenraad

De financiële commissie van de centrale cliëntenraad van Warande laat in een schriftelijke reactie aan Zorgvisie weten nog te onderzoeken hoeveel geld de gang van zaken de organisatie heeft gekost. ‘De commissie wil nog gaan berekenen wat dit geblunder van de raad van toezicht exact gekost heeft’, schrijft de raad. ‘Geld dat nu niet naar de handen aan het bed kon en kan.’

het contract met Van Jaarsveld wordt per 1 mei 2018 definitief opgezegd. De raad van toezicht van Warande gaat, in samenspraak met de ondernemingsraad en centrale cliëntenraad, op zoek naar een nieuwe bestuurder nu de rechter een uitspraak heeft gedaan. ‘Er was helaas geen vertrouwensbasis meer voor voortzetting van de samenwerking. We hadden daarom graag een minnelijke schikking getroffen, maar dat bleek niet mogelijk. In april van dit jaar waren we daarom helaas genoodzaakt tot het op non-actief stellen van onze bestuursvoorzitter. Daarmee was een gang naar de rechter noodzakelijk’, laat Warande weten. ‘De rechter heeft geoordeeld dat er inhoudelijk gegronde redenen zijn voor het ontslag. In de keuzes die de raad van toezicht gemaakt heeft, zijn de snelheid van het besluit en de volgtijdelijkheid van zaken uitgebreid gewogen. Het besluit is een unanieme en bewuste keuze geweest gezien de ernst en de urgentie van de situatie. We zagen geen ruimte voor verbetering in de relatie. We hebben begrip voor de vragen die er zijn over de door de rechter toegekende vergoeding. Het grootste deel van die vergoeding is echter wettelijk bepaald. Daarnaast is een billijke vergoeding toegekend die ruim ligt onder de maximale ontslagvergoeding onder de WNT. Omdat de bestuurder een opzegtermijn had van zes maanden, blijft zij tot 1 mei 2018 salaris ontvangen.’