Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wethouder tevreden over Utrechtse aanpak Wmo

[Weekoverzicht] Gemeente Utrecht publiceerde onlangs de eerste kwartaalcijfers over de transitie van Wmo en jeugdzorg. Wethouder Margriet Jongerius (GroenLinks) is tevreden over de voortgang van de transitie. ‘We hebben er bewust voor gekozen om geen AWBZ-tje te spelen.’
Buurtteam Lunetten
Buurtteam Lunetten

De transities zijn in Utrecht in algemene zin goed verlopen. Er zijn geen groepen cliënten tussen de wal en het schip gevallen en de continuïteit van de ondersteuning, begeleiding en jeugdhulp is gewaarborgd. Dat is de conclusie van de in mei gepubliceerde kwartaalcijfers. De werkwijze van de Domstad houdt in dat er voor iedere wijk een buurtteam is geformeerd. Zo’n team bestaat uit mensen die voor de transitie al bij zorgaanbieders en welzijnsorganisaties in de stad werkten. Deze grofweg 360 mensen zijn overgeheveld naar een aparte organisatie, het Buurtteam.

Buurtteams

‘Dat noemen we het Buurtteammodel’, vertelt wethouder Jongerius. ‘Dat aparte Buurtteam maakt geen onderdeel uit van de gemeente. We hebben externe partijen gevraagd om voor ons die organisaties te runnen. Voor de Jeugdzorg is dat Lokalis en voor de ondersteuning en begeleiding aan volwassenen doet Incluzio dat. De leden van de teams staan bij het Buurtteam op de loonlijst en niet meer bij de zorgorganisaties waar ze vandaan kwamen of bij de gemeente. Als gemeente willen we immers niet zelf een zorgorganisatie worden of concurreren met zorgorganisaties. We spreken natuurlijk wel doelen af met de Buurtteams en houden de regie.’

Zelf doen

Een ander uniek aspect aan het Utrechtse model is dat het team niet alleen een doorverwijzende rol heeft, maar vooral zelf doet wat nodig is. Buurtteambestuurder Peter de Visser van Incluzio legt uit: ‘Een van de doelen luidt dat we van de mensen die hier binnenkomen 85 procent zelf helpen en dat slechts 15 procent wordt doorverwezen naar de gespecialiseerde zorg. In termen van budget heb je het over 60 procent zelf helpen en 40 procent doorverwijzen.’

Knoppen draaien

Die doelstelling wordt aardig gehaald in Utrecht, maar de wethouder geeft toe dat er nog steeds aan de knoppen gedraaid wordt wat betreft doorverwijzing. ‘Hoe het beste door te verwijzen, is een vraag die we nog steeds aan het beantwoorden zijn. Er zitten hier in het buurtteam van Kanaleneiland soms wel eens dertig mensen in de wachtkamer. Sommige vragen kunnen we oplossen en sommige vragen moeten we doorspelen naar de specialistische zorg. Uitgangspunt is dat de buurtteams vooral mensen zo ondersteunen dat ze na begeleiding in staat zijn de vragen die ze hadden zelf op te lossen.’

Een voorbeeld van het ‘zelf oplossen’ geeft De Visser. ‘We zijn hier in het buurtteam van Kanaleneiland-Zuid. Vanochtend wilde een meneer dat we een bezwaarschrift voor hem zouden schrijven tegen een boete die hij heeft gekregen voor verkeerd parkeren. Dat doen we dus niet. Dat soort dingen moeten we wel vaker uitleggen. Onze taak is ook om mensen zelfredzamer te maken.’

Hulpvraag

Met de vraag of iemand het zelf kan oplossen met hulp uit de wijk of dat er specialisten aan te pas moeten komen, worstelen veel Buurtteammedewerkers. Wethouder Jongerius: ‘We vragen veel meer zelfstandigheid van mensen in de teams. We gaan geen AWBZ-tje spelen met uurtje-factuurtje en elke minuut werk in de administratie. We houden het zo eenvoudig mogelijk. Zo kunnen de professionals zich bezighouden met met hun klanten en niet met bureaucratie. Het budget wordt ieder jaar bekendgemaakt voor de Buurtteams en daarmee moeten ze de hulpvraag uit de wijk oplossen, het liefst door mensen zo veel mogelijk in de eigen kracht te zetten. We willen niemand hospitaliseren.’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.