Wiegel noemt als voorbeeld Leeuwarden, waar één van de drie ziekenhuizen overbleef. “Dat leverde een enorme besparing op, terwijl de zorg voor patiënten er niet onder leed.” Ook privéklinieken nemen en krijgen volgens Wiegel steeds meer ruimte. Hij vindt dat een goede zaak, omdat deze behandelcentra volgens hem vaak veel goedkoper werken dan reguliere ziekenhuizen.
NVZ
De NNZ vereniging van ziekenhuizen reageert in de krant ontstemd op Wiegels suggestie, noemt deze “voorbarig en totaal niet beargumenteerd” en stelt dat minister Schippers zorg wil die “dicht bij de burger, toegankelijk en laagdrempelig is”. (ANP – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
Kijk eens naar de websites van de twee grootste groepspraktijken in de USA, Mayo en Cleveland Clinic, en zie de lijstjes van ziekenhuizen van US News en de USA overheid en verwelkom de komst van deze twee organisaties in Nederland: wat een bedrijfscultuur en wat een streven de beste te willen zijn en wat een transparantie in prestaties.
Kom daar eens om in Nederland. Madurodam land waar eenoog koning is in het land der blinden.
Benchmark Mayo en Clinic en alles komt goed in dit land.
Beter 10 kleine dan een grote, wij willen als mens behandeld worden en niet als nummer.
als mosterd na de maaltijd!
ik zinspeel op minder opmerking van wiegel
De heer Wiegel weet het mooi te brengen en de journalist vraagt niet door.
Dan maar nadenken:
Geschiedenis
Zorggroep Noorderbreedte ging van start op 1 september 1997. Vóór die datum heette de organisatie Stichting Medisch Centrum Leeuwarden. In de jaren ’90 breidde de organisatie zich sterk uit, met name door fusies met andere zorgverleners in de provincie Fryslân.
Er werd voor gekozen om alle instellingen de eigen, vertrouwde naam te laten behouden. De stichting zelf kreeg de naam Zorggroep Noorderbreedte. Alle instellingen kregen een zelfde beeldmerk: een knielende mensfiguur, die symbool staat voor een krachtige, zorgzame en toegankelijke organisatie.
Chronologisch:
1982: fusie drie Leeuwarder ziekenhuizen (Bonifatius Hospitaal, Diakonessenhuis en Triotel, inclusief verpleeg- en verzorgingshuis) tot MCL.
1987: opening MCL-zuid
1994: fusie met Nieuw Toutenburg
1995: fusie met Oranjeoord
1996: fusie met Nij Friesma Hiem
1996: fusie met Dukdalf / De Stilen
1997: fusie met Nij Bethanië
1997: Stichting wordt Zorggroep Noorderbreedte
1998: fusie met De Spiker
1998: fusie met Erasmushiem
2001: start concentratiebouw MCL-zuid
2002: fusie met Bennema / Meckamastate
Juli 2004: sluiting MCL-noord. MCL-noord verhuist naar MCL-zuid
—En kom je uit op 1 ziekenhuis.
Hoe kwam een stadje als Leeuwarden met toen 85.000 inw. aan drie ziekenhuizen, terwijl bv.Emmen het met 380 bedden deed.
Na lang nadenken ben ik erachter gekomen.
Wie vermindering van het aantal ziekenhuizen (en daarmee vermindering van onderlinge concurrentie van ziekenhuizen) en tegelijkertijd vermeerdering van specialistische “ziekenhuisjes”bepleit moet toch eens komen uitleggen welke uiteindelijke visie hem eigenlijk voor ogen staat. Vesplintering en concentratie tegelijkertijd? Een echte liberale marktdenker zou het tegendeel moeten bepleiten van hetgeen Hans Wiegel (van welke partij was hij ook alweer?) bepleit.
Een liberale visie op de markt zou zich tegen de versplintering van de ziekenhuiszorg en de uitholling van de economische basis van ziekenhuizen moeten richten, en juist op het versterken van de onderlinge concurrentie van ziekenhuizen. Het plan van ex Minister en (partijgenoot) Hogervorst hield in dat zorgverzekeraars de vraag van verzekerden organiseren en niet dat zij het aanbod structureren. Dat moet de ziekenhuismarkt zelf doen. Wiegels uitspraken illustreren de vergaande bemoeienis van zorgverzekeraars met de structurering van het ziekenhuiszorgaanbod. Het resultaat zal zijn dat vier vier semi publieke verzekeraars vraag en aanbod bepalen. Dan zijn we dus weer terug bij af, bij de aloude inefficient gebleken planeconomie. Overigens mag dat ook niet verbazen nu de zorgverzekeraars zelf door fusies (en sterke verstrengeling met de publieke sector; hoeveel politici zitten ook alweer in zorgverzekeraarsbesturen?) hun eigen onderlinge concurrentie (toch ook een onderdeel van het plan Hogervorst) vakkundig de kop hebben ingedrukt. Het heeft er alle schijn van dat zij dat aan de aanbodkant nu ook proberen te doen. Maar dat zij erin geslaagd zijn een prominent liberaal als pleitbezorger voor deze ontwikkeling te vinden is een prestatie van formaat.
Till Kressin,
Advocaat Amsterdam