In de monitor komt naar voren dat tussen de 3 en 8 procent van de huisartsen en medisch specialisten elektronisch gegevens kan uitwisselen met organisaties, zoals verpleeghuizen, de wijkverpleegkundige, thuiszorgorganisaties en de dienst maatschappelijke ondersteuning van de gemeente. Ook met zelfstandige behandelcentra of ggz-instellingen kunnen zij nauwelijks informatie uitwisselen. Artsen willen wel graag. De meerderheid geeft aan dat zij elektronische overdracht wenselijk vinden (tussen de 47 en 58 procent).
Efficiency en kwaliteit
Digitale uitwisseling maakt een sterke groei door. In de cure steeg het percentage in een jaar tijd van 56 naar 71 procent. In de care een stijging van 31 naar 47 procent. Artsen vinden dat goede zaak. Zij merken diverse voordelen door de komst van uitwisseling en zeggen efficiënter te kunnen werken. Daarnaast is de informatie doorgaans sneller aanwezig, actueler en volledig waardoor de kwaliteit van zorg verbetert.
Belemmeringen
Een groot deel ondervindt ook barrières bij de uitwisseling. Zo’n 65 procent van de artsen zegt ‘belemmeringen te ervaren’ bij elektronische uitwisseling van informatie. Dat komt voornamelijk omdat de systemen slecht of helemaal niet gekoppeld kunnen worden. Andere redenen die genoemd worden gaan over: financiële middelen, technische support of gebrek aan beveiliging/privacy. Ook valt het een en ander te verbeteren op het gebied van tijdigheid. 15 procent van de huisartsen, 66 procent van de medisch specialisten/psychiaters en 40 procent van de verpleegkundigen aan dat zij zelden of nooit tijdig informatie ontvangt bij de overdracht van een patiënt.
Foutloze overdracht
In Zorgvisie magazine, oktober 2015, staat een uitgebreid artikel over elektronische overdracht inclusief goede voorbeelden uit het veld. Abonnees kunnen het magazine ook digitaal lezen.