Dat laat Zorgverzekeraars Nederland (ZN) namens de zorgkantoren van CZ, Eno, VGZ, Zilveren Kruis, Zorg en Zekerheid weten. De betrokken zorgkantoren bestuderen op dit moment nog het vonnis, maar geven alvast duidelijkheid over de belangrijkste punten: tarieven en plannen. Alle exacte implicaties van het vonnis worden verwerkt in een Nota van Inlichtingen die binnen twee weken wordt gepubliceerd.
Bevoorschotting
Uiterlijk 19 november ontvangen zorgaanbieders de voorlopige contractering en de overeenkomst. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) probeert daarnaast voor 1 januari de bijhorende beschikking af te geven, waarmee het bevoorschottingsproces voor 2021 zoals gebruikelijk kan verlopen.
Gesprek
Over de consequenties van de gerechtelijke uitspraak voor de langere termijn willen de zorgkantoren graag in gesprek met de branches van zorgaanbieders in de langdurige zorg. Dit gesprek moet wat de zorgkantoren betreft gaan over manieren om de langdurige zorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. De reeds ingediende plannen vormen daarvoor een goed uitgangspunt, vinden de zorgkantoren.
Verbeterplannen
Daarmee brengen de zorgkantoren ogenschijnlijk één van de gewraakte elementen uit de gehanteerde zorginkoop-systematiek toch weer ter tafel. Met de genoemde verbeterplannen konden zorgaanbieders een opslag van 2 procent verdienen op een tarief van 94 procent van het NZa-tarief. De rechter oordeelde op 1 oktober dat de zorgkantoren hiermee de aanbestedingsbeginselen schonden en dat de procedure daarmee onrechtmatig was. De rechter stelde tevens dat de zorgkantoren reële, kostendekkende tarieven moesten betalen en dat daarom ook komend jaar de tarieven van 2020 van kracht moeten blijven.
Reactie minister
Minister De Jonge verwacht niet dat de uitspraak inzake de inkoop van langdurige zorg gevolgen zal hebben voor de omvang van het budgettaire kader 2021, zo laat hij de Tweede Kamer in de Kaderbrief Wlz 2021 weten. Wel zegt De Jonge nog op de uitspraak te zullen terug komen in een separate brief.
Overhevelen
Het Wlz-kader voor 2021 bedraagt 27,1 miljard euro. 22,7 Miljard euro is bestemd voor de inkoop van zorg in natura. Daarnaast is er volgend jaar ook bijna anderhalf miljard aan kwaliteitsbudget beschikbaar. Bij de besteding hiervan hebben de zorgkantoren wat de minister betreft de nodigte speelruimte. “Wlz-uitvoerders behouden de mogelijkheid om, binnen de landelijk geoormerkte ruimte, middelen over te hevelen tussen de regio’s om de middelen zo doelmatig mogelijk te benutten”, zo schrijft de minister. Daarmee krijgen de zorgkantoren van de minister iets van de manoeuvreerruimte terug die ze recentelijk in de rechtszaal verloren.
Achtervolgen
Waar de financiële gevolgen van de rechtszaak rond het inkoopkader volgens de minister beperkt zijn, blijft de coronacrisis voor onzekerheid zorgen. Tegenover de minister heeft de NZa laten weten dat “de trendbreuken die het gevolg van zijn de corona-uitbraak haar nog enige tijd blijft achtervolgen bij de advisering over de toereikendheid van het Wlz-kader”. De minister rekent er op dat “de NZa een uiterste inspanning doet om de onzekerheid die daarmee gepaard gaat te minimaliseren bij haar volgend advies”. Die volgende raming brengt de NZa in februari naar buiten.