De afspraken zijn gemaakt tussen het ministerie van VWS, de Landelijke Huisartsen Vereniging, InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijns zorg, Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Na een akkoord tussen de onderhandelaars eind juni hebben nu ook de achterbannen ingestemd met het hoofdlijnakkoord.

Met de ondertekening zijn nu vier hoofdlijnakkoorden in de zorg afgesloten voor de periode 2019-2022: de medisch-specialitische zorg, wijkverpleging, GGZ en de huisartsenzorg. De hoofdstrekking van het hoofdlijnakkoord is om de patiënt de juiste zorg te bieden op de juiste plek. Bruno Bruins: ‘Daarbij past niet altijd een medisch antwoord. Als het nodig is, kies je voor hoog specialistische zorg, de andere keer is iemand beter geholpen bij de huisarts of de fysiotherapeut. Maar soms ook met begeleiding naar een gezondere leefstijl of naar andere vormen van hulp. Zorg op de juiste plek, door de juiste behandelaar voor die persoon’, zegt Bruins. ‘Naast goede zorg willen we hiermee de zorg betaalbaar houden. Minder duurdere zorg bij specialisten, meer zorg dichtbij huis waar dat kan. Deze beweging is nodig om ook de patiënt van de toekomst toegankelijke en betaalbare zorg te bieden.’

Versterking van de huisartsenzorg

Door de ondertekening wordt de komende jaren 471 miljoen euro beschikbaar gesteld met als doel de huisartsenzorg te versterken. Deze geldsom is onder andere beschikbaar om meer tijd te creëren voor de patiënt en om de organisatiegraad van de eerste lijn, de zorg voor kwetsbare groepen en ICT-infrastructuur te versterken. Tevens stelt het ministerie tussen 2019 en 2022 circa 133 miljoen beschikbaar voor het voor het digitaliseren van de huisartsensector. Ook zullen partijen zich blijven inzetten op het terugdringen van de regeldruk en uitdagingen op de arbeidsmarkt.

Stijging voorkomen

Zonder afspraken stijgen de kosten de komende jaren met 10 miljard euro. Door de hoofdlijnakkoorden wordt deze groei getemperd en is 8 miljard euro beschikbaar tot en met 2022. De medisch specialistische zorg levert een grote bijdrage aan het beperken van de uitgaven, namelijk 1,5 miljard euro. De GGZ draagt 0,2 miljard bij en de laatste 0,2 miljard komt uit overige zorg onder de Zorgverzekeringswet. Hiermee is een afspraak uit het Regeerakkoord gerealiseerd om via hoofdlijnakkoorden afspraken te maken over het remmen van de groei met € 1,9 miljard.