Het ASC heeft gisteren een partnership getekend met het medisch technologiebedrijf Stryker en verwacht rond november 2018 na een verbouwing zijn deuren te kunnen openen. Het kostenplaatje bedraagt zo’n vijftien miljoen euro en wordt grotendeels door het bedrijfsleven, de partner Stryker gefinancierd. De Amsterdamse ziekenhuizen investeren hun tijd en kennis. Het trainingscentrum wordt op het terrein van het AMC in Amsterdam-Zuidoost geplaatst en bevat twaalf operatiekamers en diverse virtual realitysimulatoren.

Volgens Jan Hol, directeur communicatie van het VUmc, geeft deze innovatieve manier van leren de chirurgiewereld een enorme impuls. Hans Romijn, voorzitter van de raad van bestuur van het AMC, is het daarmee eens. ‘Virtuele werkomgevingen zijn essentieel om chirurgische vaardigheden te verbeteren en de gezondheidszorg verder te verduurzamen.’  Volgens Romijn zijn simulatoren als leermethode effectiever dan traditionele leertools en doen medisch professionals meer vaardigheden op.

Tijdswinst
Tijdens het opleidingstraject van het ASC worden de artsen klaargestoomd om relatief eenvoudige handelingen uit te voeren zoals buikoperaties en keizersneden. Jaarlijks is er een capaciteit van 3000 specialisten. ‘Wij zorgen dat de artsen de basale vaardigheden in een jaar tijd onder de knie krijgen. Met deze New Way of Learning worden opleidingstrajecten korter en goedkoper’, aldus Hol. Momenteel zijn artsen die opgeleid worden tot chirurg, afhankelijk van beschikbare operatiekamers en operaties. ‘Maar door de virtual realitysimulator zijn de artsen niet afhankelijk van menselijk weefsel en OK’s. Dat maakt het mogelijk om vaker en op flexibele tijden te oefenen’, legt Hol uit. Naast basale vaardigheden hoopt hij dat er op de lange termijn ook complexe opleidingsinterventies, zoals hart- en hersenoperaties, worden ontwikkeld.

Extra operaties
Ook wil het ASC met de nieuwe leermethode een opleiding tot basischirurg ontwikkelen voor landen waar operatieve zorg slecht ontwikkeld is. Door artsen uit ontwikkelingslanden op te leiden, zouden er wereldwijd jaarlijks ruim 140 miljoen extra operaties mogelijk gemaakt moeten worden. Zo wordt essentiële chirurgische zorg toegankelijker en dat is goed voor de patiënt. ‘Daar gaan uiteindelijk artsen overal ter wereld van profiteren, en via hen uiteraard hun patiënten’, aldus Wouter Bos, voorzitter van de raad van bestuur van VUmc.