De onderzoekers verdeelden 78 Engelse verzorgings- en verpleeghuizen in twee groepen. In de interventiegroep moesten bewoners per week 45 minuten trainen, daarnaast werden zij aangespoord tot vaker bewegen. Het personeel werd opgeleid om depressie te herkennen. In de controlegroep kreeg alleen het personeel de training.
Resultaat
De percentages tussen beide groepen verschilden uiteindelijk niet significant. Metingen werden gedaan aan het begin, na zes maanden en na twaalf maanden. Ook wat betreft cognitief functioneren, angst om te vallen, aantal botbreuken, mortaliteit en kwaliteit van leven leverde bewegingstherapie geen voordelen op.