Blokhuis zegt dit in een brief aan de Tweede Kamer waarin hij vragen beantwoordt van Groen Links Kamerlid Corine Ellemeet over het waarderen van uitkomsten van depressiebehandelingen.
Depressiebehandelingen
Blokhuis: ‘Ik ben me ervan bewust dat het meten van het resultaat van een behandeling complex is, zeker ook in de ggz. Tegelijkertijd is het belangrijk om op dit terrein stappen te zetten waarbij zorgverzekeraars en zorgaanbieders in dialoog met elkaar initiatieven starten en voortzetten om dit zo goed mogelijk vorm te geven en aan te passen als dat nodig blijkt.’ Blokhuis vindt het belangrijk dat de effecten van deze value based healthcarecontracten goed worden gemonitord. Hij is naar eigen zeggen blij dat Menzis en zorgaanbieders hierover een afspraak hebben gemaakt.
‘Zeker niet ontmoedigen’
Desgevraagd is Blokhuis niet van plan om dit type afspraken te ontmoedigen. ‘Integendeel: zorgverzekeraars en aanbieders willen met dit type contracten bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit en de betaalbaarheid van de zorg. Hij benoemt het feit dat er discussie is over de betrouwbaarheid van Rom. (hoogleraar psychiatrie Jim van Os noemde het in een interview met Zorgvisie ‘Waanzin om met Rom betere uitkomsten ggz te belonen’. Daarom vindt hij het een goede zaak dat de betrokken ggzaanbieders, patiëntenorganisaties, inhoudelijk deskundigen en de zorgverzekeraar het project in goed overleg uitvoeren en monitoren.
Value based health care
Zorgverzekeraar Menzis gaat behandelingen voor depressies en angsten voor een afgebakende patiëntengroep deels vergoeden op basis van het behaalde resultaat. Dat meldde de zorgverzekeraar half augustus. Het gaat daarbij alleen om resultaten die voor de cliënt belangrijk zijn, zoals vermindering van klachten, verbetering van de kwaliteit van leven, mate van cliënttevredenheid, lengte van wachttijden en de duurzaamheid van herstel (of in het volgend jaar ook zorg nodig is). Er zijn bewust geen indicatoren opgenomen die het belang van de cliënt slechts indirect raken, zoals aanwezigheid van een goedgekeurd Kwaliteitsstatuut.
Menzis
Blokhuis laat weten dat Menzis hiermee het profijt dat de cliënt van de behandeling heeft, zo groot mogelijk wil maken. Uitgangspunt verder is dat iedereen die zorg nodig heeft, dat ook (voldoende) krijgt. Op dit moment hebben 20 ggz-instellingen zich bij Menzis aangemeld met de intentie een meerjarencontract af te sluiten waarbij deels vergoed wordt op basis van het behaalde resultaat. Aanmelding is op vrijwillige basis.
De wijze van “meten” is een discussie waard, maar de onderscheiden invalshoeken zijn redelijk qua keuze. In de pers leek het of “volledig herstel van depressieve klachten” het resultaat zou zijn. Zoals ook bij andere gezondheidskwesties is “volledig” herstel een zeer moeilijke opgave. Een chirurg haalt soms iets uit het lijf ( “verminking” ) of voegt er iets aan toe ( “mensverbeteren”) en een conclusie is dan “vermindering van gezondheidsklachten”. Soms moet men levenslang op advies van huisarts of internist medicijnen nemen en ook dan geldt “ vermindering van gezondheidsklachten”. De arts of verpleegkundige helpt de patiënt bij het proces van “ genezen “. Er is geen “mechanische reparatie” in het geding. Zo ook in de GGZ! Het gaat om het ( zo mogelijk ) “ verbeteren “ van het bestaan van de mens die zich voor hulp heeft gewend tot zorgprofessionals. Dat “ verbeteren “ kent verschillende invalshoeken. En dat is niet nieuw, maar zover ik weet al sinds 1963 gebruikelijk. Zowel voor “fonds- als particulieren”, “regulieren of alternatieven” of “burgers en/of patiënten”.
In het wetenschappelijke effectonderzoek worden al jarenlang grondig gevalideerde depressiemeetinstrumenten gebruikt. Zonder dat daar ooit ook maar het minste protest tegen geuit is. Dus het meten van het resultaat van een behandeling is in dit geval helemaal niet zo complex als de minister denkt.
Verder een aantal opmerkingen en vragen die het slagen van het experiment zouden bevorderen:
* Wachtlijsten worden grotendeels bepaald door beschikbaarheid van behandelaars en door omzetplafonds die door de zorgverzekeraars de laatste tijd in opdracht van de politiek worden ingesteld. Het lijkt mij meer niet dan wel eerlijk om wachtlijstlengte te gebruiken als kwaliteitscriterium.
* Klachtenvermindering én kwaliteit van leven (KvL) meten is grotendeels dubbelop. En als voor de cliënttevredenheidsmeting de CQI wordt gebruikt wordt, wordt met al die vragenlijsten de patiënt m.i. overvraagd — (ook) de CQI is zeer lang en de Nederlandse bevolking is al in toenemende mate enquêtemoe. De KvL-meting kan m.i. zonder noemenswaardige problemen geschrapt worden.
* Confoundercorrectie is essentieel (confounder = variabele waar de zorgaanbieder geen invloed op heeft of waar hij niet voor betaald wordt om die te verbeteren). Er zou naar mijn mening minstens bezien moeten worden of de volgende variabelen een significante invloed hebben:
– leeftijd;
– geslacht;
– alcoholconsumptie;
– drugsgebruik;
– beheersing van het Nederlands of Engels door de patiënt (kunnen communiceren met de cliënt);
– opleidingsniveau;
– arbeidsstatus (werk/werkloos/langdurig werkloos/vrijwillig werkloos).