Er is in die gevallen sprake van duidelijk tegengestelde belangen en verstoorde werkverhoudingen. Dat is een van de conclusies uit het rapport van het Verwey Jonker Instituut dat onderzoek deed naar de wijze waarop vorm en inhoud wordt gegeven aan vorm en inhoud van medezeggenschap in de zorg.

Cliëntenraad

In de zorg komen vele vormen van medezeggenschap voor. De meest formele vorm is de officieel geïnstalleerde, instellingsbrede, cliëntenraad die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan de raad van bestuur. Aan de andere kant vindt informeel overleg plaats tussen cliënten, familie, verwanten en medewerkers en leidinggevenden binnen een organisatieonderdeel van een zorginstelling.

De onderzoekers hebben gesproken met cliëntenraden, bestuurders en toezichthouders van veertien instellingen verspreid over de langdurige en curatieve zorg.

Informeel

Het onderzoeksverslag laat zien dat formele medezeggenschap zorgbreed belangrijk is en dat in aanvulling daarop binnen instellingen verschillende vormen van informele zeggenschap worden gecreëerd. De wisselwerking tussen formele- en informele cliëntenparticipatie behoeft nadere uitwerking, zo concluderen de onderzoekers. Juist op het gebied van informele zeggenschap is volgens hen veel te winnen.

Wmcz

Het succesvol functioneren van medezeggenschap wordt vooral bepaald door de professionaliteit van de leden en de ruimte die de bestuurder biedt, op basis van zijn visie op medezeggenschap in de zorg, zo concluderen de onderzoekers. Verder vinden zij het opmerkelijk dat de reikwijdte van de Wmcz een telkens terugkerend punt van discussie is. ‘Dit roept op of de wet, in het bijzonder voor de curatieve, ambulante en extramurale zorg, wel voldoende aansluit op de praktijk en zijn doel niet voorbij schiet.’ De Tweede Kamer vergadert half juni over dit onderwerp.