Daarmee zet de NZa een volgende stap in de handhaving van instellingen die de wachttijden niet aanleveren. Mogelijk zullen ook andere zorginstellingen en vrijgevestigden volgen.

Aanleveren van wachttijden

Sinds 1 januari 2018 moeten ggz-instellingen, vrijgevestigde psychiaters en psychologen hun wachttijden, naast hun publicatieplicht op de website, maandelijks aanleveren bij Vektis. Het is van groot belang om te weten waar en voor welke diagnose men te lang moet wachten op de ggz. Dit geldt voor verzekerden, patiënten en de huisartsen die hen doorverwijzen.

Inmiddels levert 68 procent van de zorgaanbieders de wachttijden maandelijks aan. Deze zorgaanbieders vertegenwoordigen 88 procent van het zorgaanbod. De NZa en Vektis hebben veel geïnvesteerd in de verzameling van wachttijden en hierover veel contact gehad met zorgaanbieders en brancheverenigingen.

Strikte handhaving

In het Kamerdebat over de ggz op 31 mei liet staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS al weten dat de NZa veel strikter zou gaan optreden tegen zorgaanbieders en zorgverzekeraars die onvoldoende werk maken van het terugdringen van de wachttijden. VVD-Kamerlid Leendert de Lange noemde de lange wachttijden ‘onacceptabel en een schande’ en drong aan op handhaven. ‘De tijd van alleen grommen is voorbij. Het is nu tijd om stevig in te grijpen.’

‘Zeer teleurstellend’

Paul Blokhuis gaf in het debat in mei aan het ‘zeer teleurstellend’ te vinden dat de veldpartijen in de ggz aankondigden meer tijd nodig te hebben om de wachttijden in de ggz te beperken. Een jaar geleden had de sector namelijk nog afgesproken om de wachttijden in de ggz uiterlijk 1 juli 2018 weg te werken. In april maakte de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bekend dat dit streven echter niet gehaald zou worden.