De overheveling van kortdurende op genezing gerichte ggz van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet betekent een drastische verandering in de wijze van afrekenen voor de ggz. Kregen instellingen en vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten voorheen een voorschot, nu krijgen ze pas geld na afloop van de behandeling. Dat betekent dat ze gemiddeld acht maanden moeten wachten op inkomsten.
Rentevergoeding NZa ontoereikend
De problemen doen zich voor bij verzekeraars die niet bereid zijn geld voor te schieten; dat zijn onder meer Achmea en Uvit. In dat geval moeten therapeuten en instellingen geld lenen bij een bank. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vergoedt hen de rente die ze banken moeten betalen, maar volgens de Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen en Psychotherapeuten (NVVP) dekt die niet de kosten.
Dure software voor dbc’s
De NVVP luidt in een brief aan minister Klink de noodklok. Honderden van de 1100 vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten raken in geldnood, omdat ze forse bedragen moeten voorschieten. “Sommigen krijgen te maken met beslagleggingen. Ook krijgen we berichten over vakanties die worden geschrapt en een huwelijk dat is uitgesteld”, zegt NVVP-woordvoerster Annemarie van der Meer. De ggz-therapeuten hebben gemiddeld al 28.000 euro geïnvesteerd in softwarepakketten voor de dbc-financiering. De NVVP overlegt 26 april met het ministerie over een oplossing. (Zorgvisie – Bart Kiers)
Lees ook: