De digital health twin is een vorm van personalized medicine, legt Klous uit. Persoonlijke data van patiënten wordt verzameld in de twin. Hiermee kunnen artsen met de patiënt communiceren over een aandoening en een behandelpad in plaats van over statistische analyses.
Eigen controle
Daarnaast zijn er veel zaken die de patiënt zelf kan uitzoeken. “Je wilt de zorg ontlasten. Dus haal alles wat de patiënt zelf kan weg bij de arts. Self reliance en self care zijn daarbij de sleutel”, zegt Klous. Hij benadrukt dat de digital health twin van de patiënt is. “Die heeft controle over z’n twin en kan toestemming geven en desgewenst weer intrekken. Je wilt als patiënt bijvoorbeeld kunnen zeggen: mijn data mag wel gebruikt worden voor m’n eigen ziekte maar niet voor wetenschappelijk onderzoek.”
Verschillende lagen
De digital health twin bestaat uit verschillende lagen. Klous: “We hebben bijvoorbeeld een laagje ‘infrastructuur’, waarbij de kleine partijen aangesloten kunnen worden en waarbij we rekening houden met hun beleid en de privacy van de patiënt. Vervolgens is er een tussenlaag: hoe specificeer ik m’n beleid? Onder andere die van het ziekenhuis, die van de cloud provider en die van de patiënt.”
Het komende jaar liggen de uitdagingen vooral in het samenvoegen van de verschillende lagen in een handelbare oplossing voor patiënt en arts. “Al die vormen van beleid moeten op elkaar worden afgestemd en gecoördineerd.”
Privacy
Bij het doen van de persoonlijke analyse speelt privacy een belangrijke rol. In de analyselaag zitten concepten als Privacy Preserving Federate Machine Learning. Die kan analyses ondersteunen over datasets bij verschillende organisaties en tegelijkertijd privacy garanderen. Daarbovenop zit ten slotte de laag met de gebruikersinterface, in de vorm van de digital health twin, zowel voor de arts als de patiënt.
Klous hoopt dat over een jaar of drie een aantal artsen gebruikmaakt van de digital twin.
De digital twin is een project van Enabling Personalized Interventions, een publiek-private samenwerking die aan de wetenschappelijke kant wordt vertegenwoordigd door CWI, VU en UvA en aan de zorgkant door UMC Utrecht, het Prinses Máxima Centrum en het St. Antonius Ziekenhuis. KPMG en Philips zijn als private partijen betrokken. Verder zijn enkele kleine partijen betrokken omdat ze specifieke kennis inbrengen of een schakel vervullen in de zorgketen.
De samenwerking is een afgeleide van een NWO-financieringsinstrument voor de publiek-private samenwerking in de gezondheidszorg met de naam ‘data-to-person’.