De hoofdlijnenakkoorden hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de bijstelling van de stijging van zorguitgaven met 2,3 miljard, volgens de Jonge. De eerste twee hoofdlijnenakkoorden hebben tussen 2012 en 2017 een besparing opgeleverd van ruim 3 miljard euro in de cure. De minister is er niet gerust op dat de afname van extra kosten zich in hetzelfde tempo zal voortzetten. Daarom wil hij nog meer inzet op de beheersing van de zorguitgaven. In de hoofdlijnenakkoorden van 2019-2022 zijn wederom afspraken gemaakt over kwaliteitsverbeteringen en doelmatigheid in de zorg. Samen met maatregelen op het gebied van genees- en hulpmiddelen moet er opnieuw een rem komen op de groei van de zorguitgaven.
Wijkverpleging
Afspraken met zorgpartijen over de toekomstige ontwikkeling van de zorg over de domeinen heen moeten ook gaan leiden tot beheersing van de uitgaven. Zo wordt de wijkverpleging anders georganiseerd, in samenwerking met zowel verpleegkundigen als zorginstellingen en zorgverzekeraars. De zorg wordt steeds dichter bij huis georganiseerd. Er komt bijvoorbeeld 164,4 miljoen euro beschikbaar voor nieuwe vormen van wonen en zorg voor ouderen. Verder wordt er ingezet op nieuwe, innovatieve vormen van zorg en technologie zoals e-health. Deze transformatie moet volgens de minister leiden tot de juiste zorg op de juiste plek. Daarmee komt er meer grip op de groei van de zorguitgaven.
Netto uitgaven
Naar aanleiding van de Najaarsnota op 19 december 2018 vroeg de Kamer om een reactie van minister de Jonge op de oplopende zorguitgaven. In totaal komen de netto uitgaven aan de zorg in 2019 uit op 85 miljard euro, meer dan een kwart van de overheidsuitgaven. De verwachting is dat dit het dubbele zal zijn in 2040, als deze toename zich voortzet.
Trendbreuk
De minister stelt dat er met het bijstellen van de extra kosten sprake is van een trendbeuk met het verleden. Uit het VWS-jaarverslag over 2018 zou blijken dat de groei van de zorguitgaven voor het zesde jaar op rij onder de economische groei is uitgekomen. Dit zou een indicatie zijn dat het beleid gericht op kostenbeheersing zijn vruchten afwerpt.
Bezuinigen is niet zo moeilijk. Bezuinigen zonder ongewenste achteruitgang van de beschikbaarheid (’toegankelijkheid’) en kwaliteit van zorg, dat is een ander verhaal.
En of dát doel gehaald is weten we niet, op zijn best, omdat er nauwelijks info over de — daadwerkelijke — kwaliteit van zorg is.