Innovatie kan ook in kleine dingen zitten, zegt communicatiemanager Marion Schmitz van Sevagram, organisatie voor ouderenzorg in Heerlen en het Heuvelland. Ze doelt op de acht jaar oude katten Speedy en Smokey, die sinds kort een eigen poezenkamer hebben in kleinschalig verpleeghuis Molenpark, onderdeel van Sevagram. ‘Bewoners popelen ’s ochtends om naar de katten te gaan. Ze noemen ze hun kindje, houden hele gesprekken met ze en gaan in hun beleving met ze uit wandelen. Van de week meende een bewoner van 71 dat de katten al zijn leven lang bij hem waren. Hij had zelfs met ze in de oorlog gevochten.’
Verwenzorgprijs
De poezenkamer-met-glazen-deur is bedacht door Inge Wolthers, secretaresse van de raad van bestuur. Zij won hiermee de Verwenzorgprijs voor medewerkers met een bijzonder idee, die Sevagram twee keer per jaar uitreikt. Het geld, 750 euro, is besteed aan inrichting van de poezenkamer, voer, speeltjes, kattenbak, vaccinaties, een krabpaal en meubels. De katten, twee broertjes die niet zonder elkaar kunnen, komen uit het asiel. Ze waren volgens Schmitz lastig te plaatsen omdat ze hartpatiënt zijn. ‘Elke dag krijgen ze een half tabletje. Verder zijn ze hartstikke gezond.’ Vrijwilligers verzorgen de katten, ook in het weekend of ’s avonds.
Veel reacties
Sevagram is voor zover bekend de eerste organisatie voor ouderenzorg in Limburg die dieren intern huisvest en inzet als middel om bewoners te stimuleren. Een aantal andere Sevagramlocaties wil nu iets soortgelijks. ‘Bij de opening van de poezenkamer kregen we alle Limburgse media over de vloer. We krijgen veel reacties, ook van zorgorganisaties uit de rest van het land.’
De simpele poezenkamer heeft meer effect dan allerlei high tech-oplossingen, zegt Schmitz. ‘We hebben bijvoorbeeld ook een ‘zingend zebrapad’ waaruit een deuntje klinkt als je er overheen loopt. Bewoners die er vlak naast wonen worden er soms gek van. Dan zetten we ‘m uit. De katten zijn stil, geven kopjes en werken stimulerend en rustgevend. Ze werken ook als afleiding. Bewoners praten met elkaar over de katten in plaats van over elkaar.’
En de katten zelf? Ze snorren, geven kopjes en gedijen bij alle aandacht. ‘Hun doffe vacht glanst weer.’ Via het kattenluik maken ze vaak een uitstapje naar de ‘belevingstuin’. Wanneer ze het loodje leggen, krijgt de poezenkamer volgens Schmitz zeker weer nieuwe bewoners.