In heel Nederland groeit de zorg bij mensen thuis door het Leger des Heils, zegt een woordvoerder vandaag in De Volkskrant. Deze ontwikkeling is het duidelijkst zichtbaar in Amsterdam. Daar is de intensieve thuisbegeleiding de afgelopen drie jaar met ruim veertig duizend uur toegenomen. Elk jaar komen er 100 à 150 cliënten bij. In 2014 nam het aantal uren ambulante psychosociale zorg met 8 procent toe en steeg het aantal cliënten tot 1.658. Dit blijkt uit het onlangs verschenen jaarverslag van het Leger des Heils in Amsterdam.
Nieuwe groep
Het thuiszorgteam van Leger des Heils bezoekt veelal verslaafde cliënten voor wie de reguliere zorg niets meer kan doen – mede doordat ze van hulpverleners niets moeten hebben. Het gaat om cliënten met complexe en gecombineerde problemen als verslaving, psychiatrische aandoeningen en hoge schulden, die nauwelijks zelfstandig kunnen functioneren. Harry Doef, directeur zorg en welzijn van deze organisatie, spreekt in de krant van van ‘een nieuwe groep’ hulpbehoevenden. Een groep die als gevolg van bezuinigingen in de reguliere zorg, verschuiving van zorg in instellingen naar zorg aan huis en een verhoogd eigen risico van de zorgverzekering ’tussen wal en schip dreigt te vallen’.
Analyse Zorgvisie
In het augustusnummer van Zorgvisie staat een analyse over deze problematiek. Nic Vos de Wael van het Landelijk Platform Geestelijke Gezondheidszorg (LPGGz) zegt hierover. ‘Enerzijds is er de transitie, anderzijds zijn er de afspraken over afbouw van ggz-bedden in combinatie met het uitbreiden van de ambulante zorg. Daardoor vallen gaten in zorg en begeleiding en cliënten zijn daar de dupe van. Crisissituaties worden nu vaak niet goed opgelost: er zijn veel minder crisisbedden beschikbaar dan voorheen, terwijl de ambulante begeleiding nog niet goed op poten staat. Mensen vallen buiten de boot. We zien allerlei time-outvoorzieningen in hoog tempo verdwijnen: ggz-instellingen schrappen de bedden-op-recept, waardoor ggz-cliënten die in crisis dreigen te komen nergens meer heen kunnen om even tot rust te komen. Bovendien sluiten gemeenten voorzieningen voor dagbesteding en inloopcentra, zodat mensen doelloos thuis komen te zitten. Zorgverzekeraars en gemeenten zouden zich gezamenlijk moeten inzetten voor deze voorzieningen, maar daar is weinig sprake van. Ze verwijzen naar elkaar en intussen slinken de opvangmogelijkheden voor de ggz-cliënt.’
Transitie langdurige zorg
De AWBZ gaat in delen over naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Ook de Participatiewet en de Wet jeugdzorg worden gedecentraliseerd. Hoe verloopt deze enorme stelselwijziging?