In totaal telt de zorg meer dan driehonderd lobbyclubs, waar ruim zesduizend mensen werken. Hun werk wordt betaald uit belastinggeld en zorgpremies. Dit blijkt uit een inventarisatie die Tony Lamping deed voor de Universiteit Tilburg. Zijn onderzoek is niet compleet: “Als ik was doorgegaan, had ik tot ruim vierhonderd lobbyclubs kunnen komen”, zegt Lamping in de krant. “Nergens ter wereld zijn zoveel belangenverenigingen.”
Overheid
Vrijwel elk specialisme in de zorg komt op voor z’n eigen belangen. Zonder er een oordeel over uit te spreken, stelt Lamping vast dat de lobbyclubs naar schatting een miljard euro publiek geld spenderen aan activiteiten die niet direct ten goede komen aan de patiënt. Zo financieren de ziekenhuizen met een deel van hun budget de Nederlandse vereniging van ziekenhuizen. “De lobbyclubs opereren tussen de overheid en de zorgpraktijk. Ze ‘doen’ iets in de zorg, maar krijgen nooit een patiënt over de vloer.” Al deze clubs willen iets van het ministerie van Volksgezondheid. Het departement bepaalt hoe het geld, ruim 60 miljard euro per jaar, in de zorg wordt verdeeld.
Enquête
Lamping begon aan zijn onderzoek om erachter te komen hoe de macht in de zorg is verdeeld. Daartoe hield hij een enquête onder ruim 220 lobbyclubs. Ruim 70 procent deed mee. Lamping richtte zich niet alleen op beroepsverenigingen, zoals de Orde van Medisch Specialisten, en belangenclubs, zoals de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), maar ook op semi-overheidsinstellingen zoals de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Lobbyclub
Lampings criterium: een lobbyclub telt pas mee als minimaal drie organisaties vertrouwelijke informatie met deze club delen. Dit leidt tot verrassende uitkomsten “Er zijn zo’n veertig organisaties die er echt toe doen omdat ze steeds terugkomen”, zegt Lamping. Dit maakt hij inzichtelijk met figuren. Hoe centraler de plek van de club, hoe machtiger.
NVZ kampioen
De lobbykampioen: “De Nederlandse vereniging van ziekenhuizen (NVZ), scoort enorm hoog. Als het gaat om het delen van informatie over geld, opleidingen en kwaliteit, staat deze vereniging in het centrum.” (Zorgvisie – Wouter van den Elsen / Twitter)
Lees meer:
Hospitaallobby op volle toeren
NVZ mag zich in parkeerstwist Sint Antonius mengen
Beroepsverenigingen verpleegkundigen bundelen krachten
‘Unie procedeert beroepsvereniging’
Zorgvisie Nieuwsbrief
Blijf altijd op de hoogte van het laatste nieuws met de gratis Zorgvisie e-mailnieuwsbrief.
Is het niet bijzonder dat een overheidsinstelling en ook nog een wetenschappelijkeinstelling (die dus onafhankelijk en objectief moet zijn) een private club (de Zorgverzekeraar), die zelf een grote speler is in het veld, de opdracht geeft om onderzoek te doen. Wordt publiek geld gebruikt om dit onderzoek te bekostigen? Of is het gesponsord onderzoeksgeld? Zo ja, waar komt dat geld dan vandaan?
Er zijn dus wel alternatieven om te bezuinigen op de kosten van de zorg behalve door de premies en de personeelkosten aan te pakken: bezuinig op de lobbyclubs en alle andere (semi-) overheidsinstanties die zich bezighouden met steeds weer veranderende administratieve en financiele regels! Zeker in de GGZ sector kost dit miljoenen die besteed worden aan ICT en administratieve medewerkers.
Wel grappig dat een lobbyclub onderzoekt wat lobbyen kost. Maar als we het over premiegeld hebben, neem dan ook je eigen lobbyclub mee in je onderzoek!
Leg met dit gegeven in de hand maar eens aan al die hard werkende artsen, zusters uit waarom ze zo moeten bezuinigen !
Geen oordeel?? Vaststelling: het gaat om publiek geld waarvan blijkbaar de meeste lobby kosten bij de NVZ terecht komt. Deze club zal dus aangepakt worden. Publieke organisaties, zoals artsen en andere Biggers, horen ondergeschikt te zijn aan privaatrechterlijke organisaties, zoals zorgschadeverzekeraars. Blijkbaar genieten private clubs een groter vertrouwen dan Biggers.