Afdelingscultuur en goed gekwalificeerde teamleden zijn belangrijke randvoorwaarden voor het beperken van separaties, concludeert Wim Janssen. Hij promoveert vandaag, 10 december, op het VUmc. Janssen ontwikkelde ook – samen met GGZ Nederland, de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en met zes ggz-instellingen – het registratiesysteem Argus.
Separatiecijfers
Janssen onderzocht in 2002 de landelijk beschikbare separatiecijfers. In 2002 werd in gemiddeld één op de vier opnames gesepareerd, in 2011 was dat nog maar één op de 12 opnames. In 2002 werden mensen bovendien langer in de isoleer gehouden: er werd gemiddeld 17 dagen gesepareerd, in 2011 was dat gemiddeld drie dagen.
Registratie
Op dit moment gebruiken alle zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg het registratiesysteem Argus op de meest toegepaste vormen van vrijheidsbeperkende interventies. Het gaat dan om separatie, afzondering, fixatie en de gedwongen toediening van medicatie, vocht en/of voeding. Zorgmedewerkers leggen de frequentie en duur van deze interventies vast.
Betrouwbare cijfers
De Nationale Zorgautoriteit stelde in 2006 een beleidsregel vast, op basis waarvan ggz-instellingen met verschillende projecten aan de gang zijn gegaan onder de noemer “terugdringen Dwang en Drang in de ggz”. Volgens Wim Janssen is het nodig dat er valide en betrouwbare cijfers beschikbaar komen om de resultaten van de projecten goed te kunnen beoordelen. Argus kan deze cijfers leveren.