Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

NFU wil ‘misbruik’ indicatoren stoppen

Prestatie-indicatoren worden in toenemende mate gebruikt voor doeleinden waarvoor ze niet zijn ontwikkeld. Er komen er steeds meer en het gewicht dat men aan de uitkomsten toekent, is te zwaar. De universitair medische centra vinden dit een zorgelijke ontwikkeling.

Dat zeggen ze in de gezamenlijke brochure UMC’s gespiegeld, waarin de universitair medische centra (UMC) hun scores op de basisset prestatie-indicatoren presenteren. Jaarlijks verzamelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg prestatie-indicatoren van alle ziekenhuizen. De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) merkt op dat deze indicatoren steeds vaker door anderen worden gebruikt die er een kwaliteitsoordeel aan verbinden. Zorgverzekeraars hanteren ze bij de zorg­inkoop, websites brengen ze als keuzeinformatie voor consumenten en het Algemeen Dagblad stelt er de ‘Ziekenhuis Top-100’ mee op.

Kwaliteit van zorg

De NFU vindt dat voorzichtigheid op zijn plaats is, zolang niet precies bekend is wat de uitkomsten betekenen. Als voorbeeld hiervan noemt de NFU de UMC’s waartussen grote verschillen blijken te bestaan. Volgens de federatie mag men deze niet vertalen in verschillen in kwaliteit. Woordvoerder Jan Kortenray: “Wat het AD doet, is onaanvaardbaar. Hun lijst laat onverklaarbare schommelingen zien: je kunt zo weer veertig plaatsen zakken.”

Benchmark-instrument

Verschillen tussen de UMC’s zijn terug te voeren op variaties in meetmethodes, zoals bij decubitusmetingen, variaties in patiëntengroepen, zoals bij pijnmetingen, en gebrek aan eenduidige definities. Een voorbeeld is de indicator heroperaties. Moeten UMC’s patiënten meetellen die primair in een ander ziekenhuis zijn geopereerd? In hun brochure uiten de UMC’s ook de vrees voor een schadelijk neveneffect van steeds hardere marktwerking en toenemende prijsconcurrentie. Ze zien een golf van risicovolle patiënten op zich afkomen wanneer algemene ziekenhuizen deze te duur gaan vinden en ze verwijzen. UMC’s hebben deze ‘afschuifmogelijkheid‘ niet. Nu al is zestig procent van de patienten in UMC’s afkomstig uit andere ziekenhuizen. Dat maakt de universitaire zorg duur en leidt tot hoge sterftecijfers. De conclusie van de NFU is dat prestatie-indicatoren op dit moment zinvol zijn om zichzelf in de tijd te vergelijken. Voor gebruik als bench­mark-instrument is het echter nog te vroeg. (Zorgvisie – Carina van Aartsen)

Lees ook:

Louise Gunning nieuwe voorzitter NFU

Kwaliteit zorg klinieken inzichtelijk door indicatoren

Gehandicaptenzorg test prestatieindicatoren

‘Gebruik prestatie-indicatoren verbeterd’

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.