Huijsman en Pol van deden onderzoek onder 135 Vlissingers van 70 tot 75 jaar. Ruim de helft kiest voor kleinschalige dementiezorg in een verpleeghuis, 39 procent voor ‘aanleunen’. Zij verwachten daar veiligheid, voorzieningen en sociale contacten te vinden, terwijl ze in de wijk vrezen voor problemen met de continuïteit van de zorg, beperkte bewegingsvrijheid en een sociaal isolement. Slechts negen procent wil in de wijk wonen.
Zelfstandig
Van negentien Vlissingers tussen de 40 en 45 jaar kiest daarentegen twee derde voor een zelfstandig huis in een woonwijk. Zij verwachten juist daar betere zorg en meer vrijheid. Het is de vraag of zij er hetzelfde over blijven denken als ze ouder worden. Pol en Huijsman pleiten voor onderzoek naar een mogelijke voorkeursverandering bij het ouder worden.
Niet duurder
Uit het onderzoek van Pol en Huijsman blijkt verder dat kleinschalig wonen gemiddeld gesproken niet goedkoper of duurder is dan het traditionele grootschalige psychogeriatrische verpleeghuis. Er zijn echter grote kostenverschillen tussen de kleinschalige varianten onderling, die vooral samenhangen met de investeringskosten en afschrijvingen in gebouwen. De kosten voor de cliënt stijgen meestal als de optelsom van huur-, service- en zorgovereenkomsten bij hen terechtkomt.
Veel onzekerheid
De onderzoekers constateren dat de kosten- en financieringsstructuren van kleinschalig wonen nog onduidelijk zijn. De bedrijfsvoering voor kleinschalige voorzieningen is volgens hen nog met te veel onzekerheden en risico’s omgeven om daarop nationaal beleid te voeren.
ZorgVisie
Een artikel van Huijsman en Pol over hun onderzoek verschijnt deze week in een themamagazine van ZorgVisie over dementie. Daarin staan ook een interview met Anne-Mei The en Stella Braam, een evaluatie van het Landelijk Dementieprogramma en een artikel over de valkuilen van kleinschalig wonen. (Redactie ZorgVisie – Krista Kroon)
Lees ook:
Artsen: onderzoek kleinschalig wonen
Kabinet vergeet arbeidsmarkt