Zorginstituut Nederland stelt elk jaar de Meerjarenagenda op, de wettelijk erkende afsprakenlijst met een overzicht van kwaliteitsproducten, zoals kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en meetinstrumenten die met voorrang moeten worden ontwikkeld. De input voor de samenstelling van de lijst wordt nu vooral geleverd door overheidsinstanties en koepel- en brancheorganisaties van partijen in de zorg.
Bottom-up vullen van de agenda
Voorbeelden van signalen die in 2017 zijn behandeld, zijn het personeelstekort, problemen met personeelssamenstelling en krapte op de arbeidsmarkt in de verpleeghuiszorg en onjuiste hulpmiddelenzorg bij incontinentie, diabetes en stomazorg. Het Zorginstituut zou het mooi vinden als er ook ruimte is voor het bottom-up vullen van de agenda, waarbij patiënten aandacht kunnen vragen voor onderwerpen.
Publieke participatie
Het Zorginstituut zoekt naar manieren om de burger te betrekken bij de agendering. Via klachten hebben patiënten de mogelijkheid om hun informatie over gezondheidszorg kenbaar te maken. Klachten vormen zo ‘de stem’ van patiënten. Het gebruik van informatie uit die klachten past volgens het Nivel binnen het idee van publieke participatie en democratisering in de gezondheidszorg.
Strategieën om klachten in te zetten
Het onderzoek bevat een aantal strategieën om klachten van patiënten in te zetten. Zo kan het instituut ‘achter de getallen’ kijken uit de kwantitatieve, geaggregeerde overzichten van klachten: wat is er precies aan de hand, wat ligt er ‘achter’ deze ontwikkeling? Een voorbeeld is de casus over PIP-implantaten bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Die liet zien dat slechts een handvol klachten kunnen wijzen op een nieuw, alarmerend probleem in de samenleving.
Vanuit het perspectief van de patiënt
Daarnaast kan het Zorginstituut specifiek zoeken naar de onderwerpen die al op de huidige meerjarenagenda staan. Op die manier gebruikt men de informatie uit klachten om bestaande onderwerpen vanuit het perspectief van de patiënt te belichten. Een voorbeeld van zo’n klacht is een tuchtklacht van een patiënt over het handelen van een huisarts bij traumatisch hersenletsel, een van de onderwerpen op de huidige meerjarenagenda. De tuchtrechter verklaarde dat de zorgverlener bekwaam heeft gehandeld en wees erop dat de richtlijn voor hoofd-/hersenletsel niet door het Nederlands Huisartsen Genootschap is geautoriseerd en er geen professionele standaard of richtlijn voor schedelletsel is voor de huisartsen. Hoewel de klacht dus ongegrond werd verklaard, bevat deze een belangrijk signaal voor het Zorginstituut op het gebied van richtlijnontwikkeling.
Wens van patiënten
Wanneer het Zorginstituut de informatie uit klachten zou gebruiken om prioriteiten te stellen, dan sluit dit direct aan bij de wens van patiënten. Dat stelt hoofdonderzoeker Roland Friele van het Nivel. ‘Mensen die een klacht indienen, doen dit vaak omdat ze willen dat anderen niet hetzelfde zal overkomen. Ze hopen dat er wat met hun klacht wordt gedaan.’
In het onderzoek is gebruikgemaakt van de klachten van patiënten die zijn binnengekomen bij het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ), het tuchtcollege en geschilleninstanties.
Dan ook graag gaan praten (en denken) in termen van ‘voorkant’ en ‘achterkant’ van de zorgverlening, waarbij de patiënt aan de voorkant staat in plaats van ‘at the bottom’.