De verklaring voor de betere gezondheid van treinreizigers is dat zij vaker lopend of op de fiets naar het station gaan. Zo lopen treinforenzen gemiddeld 8 tot 33 minuten meer per dag dan automobilisten. Tevens komen zij vier keer zo snel aan de tienduizend stappen per dag in vergelijking met autoforenzen.
Treinreizigers geven dan ook aan tevredener te zijn met hun gezondheid dan automobilisten. Desalniettemin lijken zij ook vaker last te hebben van angstklachten – of dit een gevolg is van de modaliteitskeuze blijft echter onduidelijk.
Stress en infecties
Autoforenzen hebben doorgaans meer last van stress in vergelijking met treinreizigers. Drukte, vertraging, asociaal gedrag, temperatuur, gevoel van geen controle en onvoorspelbaarheid spelen een belangrijke rol bij het ervaren van stress. Dit is van invloed op de gezondheid en geestelijke balans.
Kans op besmetting met een ziekteverwekker is groter voor treinreizigers dan voor automobilisten, blijkt uit het onderzoek. Dit is echter wel een klein verschil, aangezien de overdracht van ziekteverwekkers ook thuis en op het werk plaatsvindt. Tevens wordt gesuggereerd dat regelmatig treinreizen de weerstand tegen infecties in beperkte mate vergroot. Ventilatie en hygiëne van het voertuig spelen een belangrijke rol bij het verspreiden van infecties. Als de lucht van een treincoupé goed wordt ververst, is de kans om besmet te raken met een virus nihil.
Mentale gezondheid
De mentale gezondheid van mensen die wandelen of fietsend naar hun werk gaan is over het algemeen beter dan de auto- en treinreizigers. Forenzen zijn vermoeider, minder blij en hebben hogere stressniveaus. Tevens hebben forenzen – met name autoreizigers – vaker last van slaapproblemen.
Een langere reisduur heeft tevens een belangrijke negatieve invloed op forenzen. Hoe langer men in de trein of auto zit, hoe ongezonder het is.