Het SCP meent in het vandaag verschenen onderzoek ‘Voor elkaar?‘ dat mantelzorg ten opzichte van 2014 nauwelijks is veranderd. Ruim 69 procent van de ondervraagde Nederlanders geeft aan dat mensen hulpbehoevende familie of vrienden moeten helpen. Desalniettemin vindt twee derde dat zorg voor hulpbehoevende ouders meer een taak voor de overheid dan van familieleden is. ‘Mensen vinden dus steeds meer dat er grenzen zijn aan de hulp die het netwerk zou moeten geven’, aldus het SCP.
Mantelzorgers
Het SCP ziet dat het met veel mantelzorgers goed gaat. ‘Zij helpen, omdat zij het graag doen, ontlenen plezier aan hun hulp en hebben geen behoefte aan ondersteuning.’ De meeste mantelzorgers geven aan dat zij voldoende kennis hebben en ondersteuning aangeboden krijgen.
Belasting
De belasting en hoeveelheid taken voor mantelzorgers en vrijwilligers zijn sinds 2014 niet verder toegenomen. Toch is er een minderheid, 8,6 procent van de verzorgenden, die een hoge belasting ervaart. Deze groep geeft te kennen dat zij meer kennis, vaardigheden en ondersteuning nodig heeft. ‘Aandachtspunten zijn de onbekendheid met de mogelijkheden voor ondersteuning, de toegang tot respijtzorg en onvoldoende aandacht voor het welbevinden van informele helpers door professionals’, aldus het SCP.
Vooral de intensieve mantelzorgers die iemand met dementie, psychische problemen of een terminale ziekte helpen, ervaren vaak een relatief hogere belasting. Van deze groep is 25 procent ernstig belast. Van de vrijwilligers geeft 1 op de 5 aan dat hun werkzaamheden zwaar zijn. Zo’n 10 procent heeft behoefte aan meer ondersteuning zoals training, onkostenvergoeding of een luisterend oor. Het SCP concludeert dat het gebruik van ondersteuning, zoals informatie en advies, contact met lotgenoten en cursussen beperkt is.
Het onderzoek is op verzoek van VWS uitgevoerd en maakt deel uit van de landelijke evaluatie van de HLZ.