Over 2015 hield de gemeente Utrecht 2,8 miljoen euro, oftewel 18 procent, over van het budget voor hulp bij het huishouden. De rekenkamer stelt in het rapport vast dat dit onder meer komt doordat de gemeente ervan uitging dat het aantal klanten gelijk zou blijven. In werkelijkheid daalde het aantal kanten de afgelopen jaren juist. Daarnaast ging Utrecht er bij het inschatten van het budget van uit dat elke klant het aantal toegewezen uren voor huishoudelijke hulp helemaal zou opgebruiken. In de praktijk blijkt nu dat klanten gemiddeld slechts 81 procent van de uren inzetten.

Te weinig maatwerk in Utrecht
De rekenkamer komt in het rapport ook tot de conclusie dat de gemeente Utrecht onvoldoende maatwerk toepast bij de indicaties voor huishoudelijke hulp. Van alle klanten kreeg 80 procent dezelfde (her)indicatie: gemiddeld 1,5 uur hulp per week, ongeacht de situatie waarin de klant verkeerde. ‘De indicaties zijn onder hoge tijdsdruk uitgevoerd, bij ruim driekwart van de klanten zonder gesprek bij de klant thuis en op basis van regels die te sterk gebaseerd zijn op de gedachte dat een standaardmaat geschikt is voor bijna alle klanten. Deze werkwijze geeft een deel van de klanten het gevoel dat er niet naar hen is geluisterd.’ Ongeveer de helft van de klanten gaf aan uit de voeten te kunnen met het aantal uren hulp, de andere helft zegt hun huis niet voldoende schoon of leefbaar te kunnen houden met de indicatie.

Te veel bezuinigen voorkomen
Om de situatie te verbeteren, beveelt de rekenkamer de gemeente aan om meer maatwerk toe te passen bij het indiceren, een eis die landelijk al wettelijk is vastgesteld. Bovendien zou Utrecht de informatie uit het klantenbestand ‘diepgaander moeten analyseren’ om een te grote bezuiniging in de toekomst te voorkomen, vindt de rekenkamer. ‘Zo kan de gemeente de bedragen in de begroting beter onderbouwen en krijgt zij meer inzicht in de beleidsmatige en budgettaire risico’s.’
De gemeente heeft direct laten weten hiermee aan de slag te gaan. De basisvoorziening voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op 105 uur per jaar en medewerkers gaan voortaan bij elke klant langs voor een keukentafelgesprek.

Transitie langdurige zorg De AWBZ gaat in delen over naar de Wmo en de Zorgverzekeringswet. Ook de Participatiewet en de Wet jeugdzorg worden gedecentraliseerd. Hoe verloopt deze enorme stelselwijziging? Lees meer >>