Artsen onderzochten in de periode 1993-2003 5.205 verstandelijk gehandicapten met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. Uit het oogonderzoek bleek dat 39 procent licht slechtziend was, 31 procent ernstig slechtziend, tien procent zeer ernstig slechtziend en vier procent was zelfs blind. Zowel slechtziendheid als blindheid komt bij Nederlanders met een verstandelijke beperking ouder dan 18 jaar tien keer zo vaak voor als bij mensen zonder verstandelijke beperking.
Terughoudendheid artsen
Volgens de onderzoekers is een mogelijke verklaring van de terughoudendheid bij artsen het feit dat veel gehandicapten niet kunnen lezen en hun slechte zien daardoor niet opvalt. “Toch kunnen ze baat hebben bij een bril tijdens dagactiviteiten”, aldus de oogdeskundigen. Bij tien procent van de totale groep werd een cataract geconstateerd. Een afwijking die operatief kan worden verholpen. “Maar gezien de handicap moet deze operatie onder narcose plaatsvinden. De instellingen waar refractiechirurgie plaatsvindt, hebben echter meestal geen mogelijkheid om ingrepen uit te voeren onder narcose.”
Kwaliteit van leven
De onderzoekers pleiten ervoor om in kaart te brengen wat de beweegredenen zijn van artsen en verzorgers om geen bril voor te schrijven of een oogoperatie te verrichten. Ook moet worden onderzocht hoe de kwaliteit van leven verbetert na behandeling. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen)
Lees ook:
Kosten voorzieningen gehandicapten dalen
Gehandicpatenzorg is tegen bezuiniging