De wet zorg en dwang werd eind januari door de Eerste Kamer aangenomen, tegelijkertijd met de Wet verplichte ggz en de Wet forensische zorg. De drie wetten vervangen samen de Bopz en bepalen hoe verschillende sectoren kunnen omgaan met onvrijwillige zorg. De Wzd richt zich specifiek op mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische stoornis.
Wzd-arts onder Wet zorg en dwang
Met de invoering van de Wzd, wordt ook de Wzd-arts geïntroduceerd, de opvolger van de geneesheer-directeur uit de Bopz. Deze arts moet in de nieuwe wet beoordelen of onvrijwillige zorg in een zorgplan kan worden opgenomen en is bovendien verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken rondom het verlenen van onvrijwillige zorg. Minister Hugo de Jonge van VWS liet eerder weten dat de functie van Wzd-arts niet alleen door artsen kan worden vervuld, maar ook door orthopedagogen en gz-psychologen.
Rol zorgaanbieders bij Wet zorg en dwang
Zorgaanbieders die met de Wzd gaan werken krijgen zelf de verantwoordelijkheid om een onafhankelijke Wzd-arts aan te stellen. Ze moeten er bovendien voor zorgen dat deze arts het werk naar behoren kan uitvoeren en dat de onafhankelijkheid van de arts gewaarborgd blijft. Dat betekent dat zorgaanbieders de Wzd-artsen geen instructies kunnen geven over hoe ze hun werk moeten doen. Ook moeten zorgaanbieders er volgens de Wzd voor zorgen dat er een beleidsplan is waarin staat hoe onvrijwillige zorg binnen de organisatie zoveel mogelijk wordt voorkomen. Ook moeten aanbieders aangeven hoe ze de inzet van onvrijwillige zorg gaan afbouwen en op welke manier ze toezicht houden op de uitvoering van deze zorg. ‘De verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken op het terrein van het verlenen van onvrijwillige zorg ligt dus zowel bij de zorgaanbieder als bij de Wzd-arts’, concluderen de VGN en ActiZ. ‘De Wzd laat het aan de praktijk over om te bepalen hoe de verantwoordelijkheden van zorgaanbieder en Wzd-arts zich tot elkaar verhouden. ActiZ en de VGN streven ernaar om in goed overleg met andere veldpartijen dit punt nader uit te werken.’