De VGN keert zich tegen het maximum dat diverse zorgkantoren dit jaar stellen aan de vergoeding van extramurale zorg. Deze zorgkantoren willen niet meer uren vergoeden dan het gemiddelde van de indicatie. Cliënten die volgens het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) recht hebben op twee tot vier uur zorg aan huis, mogen van deze zorgkantoren dus gemiddeld hoogstens drie uur zorg krijgen.
NZa beslist niet officieel
De brancheorganisaties voor de verpleging, verzorging en thuiszorg en voor de gehandicaptenzorg, ActiZ en VGN, vinden dat het mogelijk moet zijn meer te leveren dan het gemiddelde van de indicatie. Ze hebben de NZa gevraagd te beoordelen of de zorgkantoren rechtmatig handelen. De NZa antwoordde zich wel te kunnen vinden in de opstelling van de zorgkantoren, maar er niet officieel over te kunnen oordelen.
Urenmaximum opschorten
De VGN wenst echter voor de aanbesteding wel officieel uitsluitsel. Ze wil dat de bestuursrechter vóór 1 maart – als de aanbestedingen rond moeten zijn – de toepassing van het ‘doelmatigheidscriterium’ opschort. Daarna wil ze een inhoudelijk oordeel, van hetzij de NZa, hetzij de bestuursrechter.
‘Indicatie moet leidend zijn’
“Wij vinden dat de indicatie, de hoeveelheid zorg waar de cliënt recht op heeft, leidend moet zijn en niet de doelmatigheid van het zorgkantoor”, zegt VGN-directeur Jopie Nooren. “We zijn bang dat als je strikt op het gemiddelde van de indicatie gaat zitten, mensen te weinig zorg krijgen. Of dat de zorgaanbieder wel de nodige zorg levert, maar daar niet voor wordt betaald.”
De NZa wil tot de rechtszaak is afgerond geen uitspraken doen over het dispuut. (Redactie ZorgVisie – Krista Kroon)
Lees ook: Gemeenten begrenzen huishoudhulp