In 2000 werkte nog 35 procent van de huisartsen in een solopraktijk, in 2010 was dat afgenomen tot 18 procent. In 2000 werkte 29 procent van de huisartsen in een groepspraktijk. Inmiddels is dat 54 procent. Het aantal huisartsen in duopraktijken nam af van 35 procent in 2000 tot 28 procent in 2010.
Vrouwelijke artsen
Volgens het Nivel neemt het aantal solopraktijken voornamelijk af omdat steeds meer vrouwen huisarts zijn. “Zij werken vaker in deeltijd en ook vaak in dienstverband. Daardoor neemt het aantal traditionele mannelijke huisartsen met een solopraktijk steeds verder af”, aldus onderzoeker Lammert Hingstman. Vorig jaar was 40 procent van de huisartsen vrouw. Het aantal vrouwelijke huisartsen steeg in de periode 2000 tot 2010 met 83 procent, terwijl in dezelfde periode het aantal mannelijke huisartsen afnam met 7 procent. (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn | Twitter)
Zorgvisie magazine
Interesse in meer achtergronden? Word nu abonnee van Zorgvisie.
Je wordt toch str-ntziek van alle bemoeienissen eromheen!
Van bovenaf proberen ze met wurgcontracten of slemielige telefoontjes en regeltjes(vanuit overheidsinstellingen en tot mijn ergernis de beroepsverenigingen!)je een beleid op te leggen,waaronder je niet onder een formatie uit kan!De wurgband en de obstakels nemen door de burocratie zodanig toe dat je gewoon niet anders kan!
Liesbet heeft helemaal gelijk. Ik zou niet weten waarom je de kwaliteit van ZZP-ers niet zou kunnen checken. Hoe minder bemiddeling en hoe rechtstreekser de relatie hoe beter het is