Het Zorginstituut drukte het gaspedaal diep in op weg naar meer transparantie van medische uitkomsten. Maar het ministerie van VWS bezweek voor de druk van medisch specialisten en ziekenhuizen en trapte op de rem. Het programma Uitkomstgerichte zorg van 70 miljoen euro werd een papieren exercitie. “Het is ons niet gegund”, zegt Sjaak Wijma, oud-voorzitter Zorginstituut.
“We hebben een vliegende start gemaakt”,
Prof. Girbes zei het al: “Als je niet kunt meten wat belangrijk is, dan maken wij belangrijk wat we meten “.
Het citaat “Niet alles wat meetbaar is, is van waarde, en niet alles wat van waarde is, is meetbaar” is van Albert Einstein. In ieder geval succes met het volgende project.
“Uitkomst gerichte zorg” klinkt logisch als gewenste parameter. Echter professionele zorg is primair gericht op stimulatie van en begeleiding naar zelfzorg, gezond gedrag en diagnostiek. Het is meestal multidisciplinair qua inzet en biedt geen fabrieksmatig product. Dat komt omdat mensen uniek zijn en recht hebben en houden op eigen keuzes. De financiële kant van zorg lijdt daaronder. Het “vertalen” van geboden professionele zorg in voor economen begrijpelijke acties zal daardoor nooit echt “harde” feiten opleveren. Ook al zijn werkuren en ligdagen wel te tellen. Het beschikbaar potentieel aan, kwaliteit en kwantiteit van zorgprofessionals geeft de grenzen aan van de kosten. Alleen de inkoop van “spullen” is zichtbaar, maar de werkzaamheid ervan bepaalt vaak de patiënt al dan niet bewust, samen met de zorgprofessional, zelf. Zorgverzekeren is daarom vooral een kwestie van vertrouwen.