Het project zal drie jaar gaan duren.
Samenwerking
De twee protonencentra gaan samen met HollandPTC in Delft, alle andere universitair medische centra, het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis en het Prinses Máxima Centrum een onderzoekinfrastructuur opzetten voor protonentherapie (ProTRAIT). Volgens het UMCG is deze infrastructuur wereldwijd uniek en biedt hij ongekende mogelijkheden voor onderzoek naar de effectiviteit en meerwaarde van deze nieuwe bestralingsbehandeling. Het project wordt geleid door hoogleraar Hans Langendijk, afdelingshoofd Radiotherapie UMCG, en hoogleraar André Dekker, manager onderzoek/onderwijs en klinisch fysicus bij MAASTRO Clinic.
Database
De centra gaan een gezamenlijke database opzetten waarin de klinische uitkomsten worden opgenomen van alle patiënten die in Nederland met protonentherapie worden behandeld. Het gaat onder meer om gegevens over dosisverdeling, toxiciteit, complicaties en kwaliteit van leven. De gegevens worden door de centra eerst individueel verzameld en kunnen dan via een geavanceerde ict-structuur automatisch aan elkaar worden gekoppeld. Daarna worden de gegevens samengebracht in een bestaande landelijke database voor kankeronderzoek.
Protonentherapie
Onderzoekers kunnen met de gegevens vervolgens studies uitvoeren naar de effectiviteit en meerwaarde van protonentherapie ten opzichte van de bestaande bestraling met fotonen, de gangbare radiotherapie. De combinatie van de samenwerking met alle centra en ProTRAIT leidt ertoe dat Nederland internationaal een leidende positie kan innemen in het wetenschappelijk onderzoek rond protonentherapie. In mei schreef het CPB in een rapport dat nieuwe technologie te snel in het basispakket kwam en dat de gezondheidswinst van protonentherapie nog allerminst duidelijk is.
Protonencentra
Protonentherapie is in Nederland vanaf eind 2017 voor het eerst beschikbaar in centra in Groningen en Delft, Maastricht volgt later. Minister Schippers gaf in 2014 vergunningen af voor de bouw van vier protonencentra in Amsterdam, Delft, Groningen en Maastricht, voor in totaal 2200 behandelingen per jaar. Een jaar geleden maakte de Autoriteit Consument & Markt nog bekend dat zij dit een slecht besluit vond: ‘Niemand weet precies hoeveel patiënten voor protonentherapie in aanmerking komen. Rapporten spreken elkaar tegen. Als de overheid eerst een indicatieprotocol had opgesteld en dan pas vergunningen had verleend, hadden wij veel meer houvast gehad.’