Minister Schippers gaf in de bespreking onder meer aan dat het ministerie hard werkt aan de e-health-agenda. ‘Als we nieuwe technologie slim inzetten gaat het ons helpen om de zorg toegankelijker en patiëntvriendelijker te maken. In Eindhoven bijvoorbeeld, kunnen ggz-cliënten na de verwijzing door hun huisarts direct zelf aan de slag met een online module. Ze hoeven niet meer te wachten tot de intake. Door dat soort voorbeelden denk ik: kunnen we dit niet overal invoeren?’

Vragen over implementatie
Die invoering is nog wel een probleem, gaf de minister toe. Onder meer Lea Bouwmeester (PvdA) stelde vragen over de implementatie van e-health-toepassingen. ‘E-health moet geen leuk dingetje en een speeltje worden, maar een nieuwe manier om gezond te zijn met behoud van eigen regie. Maar het blijkt dat juist mensen die een goed, innovatief idee hebben tegen het systeem aanlopen. Ze krijgen de zorgverzekeraar bijvoorbeeld niet altijd mee. Welk antwoord hebben we voor hen?, vroeg ze aan Schippers. De minister gaf aan dat daar een overheidsprogramma voor is gestart. Schippers: ‘Het gaat niet altijd om super high-tech innovaties, soms zijn het juist hele simpele oplossingen die je gemakkelijk kunt toepassen. Het programma richt zich op die ideeën, low-tech en high impact.’

Programma voor ontwikkeling e-health
De minister vindt dat het ontwikkelen van e-health-oplossingen om patiënten en hulpverleners informatie te laten uitwisselen ook nog te langzaam gaat. Daarom trekt ze de komende drie jaar 105 miljoen euro uit voor het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP). ‘Het kan veel sneller, daarom trekken we er extra geld voor uit. Als patiënten zelf metingen in hun dossier willen zetten en hun eigen dossiers in willen kunnen zien, dan moet dat wel kunnen. Daarom gaan we aan de slag met het versnellingsprogramma.’

Trage implementatie niet vreemd
Dat de implementatie langzaam gaat, vindt Schippers niet vreemd. ‘Het is ook wel logisch. Kijk bijvoorbeeld eens naar verpleegkundigen. Die hebben een heel hoge werkdruk. Als je tegen hen zegt: gooi je werkwijze even helemaal om, die het anders, dan kan dat gewoon niet makkelijk. Maar in vergelijking met andere sectoren, kan de implementatie van e-health in de gezondheidszorg zeker sneller. Met VIPP gaan we proberen dingen die we nu net niet voor elkaar krijgen te versnellen of wel te laten slagen.’

Goede voorbeelden e-health
Arno Rutte wilde weten of er bij e-health ook naar goede voorbeelden wordt gekeken. Hij noemde daarbij COPD in Beeld. Schippers: ‘Dat is inderdaad de weg die we moeten gaan. We moeten ons concentreren op wat er goed gaat en hoe we de goede dingen kunnen toepassen. In plaats van op high-tech-speeldingetjes waar de patiënt niet beter van wordt.’