Vrees voor de ACM belemmerde enige jaren geleden zorgaanbieders in de eerstelijnszorg om samen te werken. Daarom publiceerde de Mededingingstoezichthouder de Uitgangspunten toezicht ACM op zorgaanbieders in de eerste lijn. De ACM roept zorgaanbieders daarin op geen enkele terughoudendheid te tonen als samenwerking in het belang van patiënten is. Ze moeten daar open over zijn, bijvoorbeeld door de samenwerking te melden op hun website. Als ze twijfelen over nadelige effecten, is het raadzaam te overleggen met zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties.
Vrees voor boete ACM
Die nadere toelichting heeft effect gehad, concludeert de ACM na een enquête onder zorginkopers, brancheorganisatie en patiëntenorganisaties. De brancheorganisaties zijn goed op de hoogte van de manier waarop de ACM toezicht houdt op samenwerking. Ze geven aan dat de vrees voor een boete is verdwenen: ‘de donkere wolk die boven de markt hing, is nu weg’. De zorgaanbieders zelf iets minder goed, want minder dan de helft van hen kent de inhoud van de uitgangspunten niet. Volgens het onderzoek zijn er meer samenwerkingsverbanden, maar is er nog wel terughoudendheid om samen op te trekken richting de zorgverzekeraars.
Samenwerking schaadt patiënten
De ACM ontvangt nauwelijks berichten over initiatieven die schadelijk zijn voor patiënten. Dat kan volgens de ACM betekenen dat die er nauwelijks zijn of dat deze signalen de toezichthouder niet bereiken. De ACM legt overigens niet direct een boete op bij een samenwerking die nadelig is voor patiënten. Dat gebeurt pas als ze geen gehoor geven aan een verzoek tot aanpassing. Partijen krijgen dus eerst de kans op beterschap. De Mededingingsautoriteit roept partijen op om meer casuïstiek te melden, zodat duidelijker wordt wel en niet mag.